HC1: DC1 Amerikaanse koloniën (filmpjes Jort)

Paragraaf 1
Amerikaanse kolonies 
(1585-1833)
Paragraaf 2
India en het Britse Rijk
(1765-1885)
Paragraaf 3
Sociaaleconomische ontwikkelingen in het thuisland
(1750-1900)
Historische Context: HET BRITSE RIJK 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1
Amerikaanse kolonies 
(1585-1833)
Paragraaf 2
India en het Britse Rijk
(1765-1885)
Paragraaf 3
Sociaaleconomische ontwikkelingen in het thuisland
(1750-1900)
Historische Context: HET BRITSE RIJK 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Eerste Engelse nederzettingen in Noord-Amerika
Redenen kolonisten:
  • Economisch: goud & zilver + goedkope grond
  • Militair: uitvalsbasis voor strijd tegen Spanje
  • Religieus: protestanten ontvluchten Anglicaanse kerk --> 'Pilgrim Fathers'


Slide 4 - Tekstslide

Wat was geen reden voor kolonisten om naar Amerika te gaan?
A
Angst voor vervolgingen door Anglicaanse kerk
B
Uitvalsbasis in de oorlog tegen Spanje
C
Om een plantage te starten met behulp van Indianen
D
Kans op grote winsten (goud en zilver)

Slide 5 - Quizvraag

Gevolgen kolonisatie:
- Grote sterfte onder lokale bevolking door (Europese) ziekten
- Oorlogen over wie eigenaar was van bepaalde gebieden.




Eerste thanksgiving in 1621:

Slide 6 - Tekstslide

Na misoogst (1620) bij Pelgrim Fathers > hulp Indianen >  Thanksgiving

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkeling koloniën
  • Vestigingskolonien (noord)
    landbouw, economie en nijverheid
  • Plantagekolonien (zuid) 
    verbouwen van gewassen als tabak en katoen
  • Driehoekshandel - Plantages 
  • Royal African Company - Slavenhandel 

Slide 8 - Tekstslide

Noord of Zuid?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Onafhankelijk
  • Kolonisten voelden zich niet verbonden met Britse overheid
  • No taxation without representation

  • 4 juli 1776: Onafhankelijkheidsverklaring
  • Founding Fathers verwerken Verlichting in verklaring
  • VS wordt een federale staat - Elke staat heeft zijn eigen wetten en regels --> Waar lijkt dit op? 

Slide 12 - Tekstslide

1773 - Boston tea party
Aanleiding onafhankelijkheidsoorlog

Slide 13 - Tekstslide

1776: 
Wat gebeurt hier? 

Slide 14 - Tekstslide

National Archives Museum
            Washington DC
‘Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij van hun schepper zekere onvervreemdbare rechten hebben gekregen, zoals het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk. 

Slide 15 - Tekstslide

Uitgangspunten onafhankelijkheidsverklaring
  • De Verlichting zorgt voor roep naar verandering: 
    - Trias Politica
    - Volkssoevereniteit
    Natuurlijke rechten

Slide 16 - Tekstslide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij (ancien regime)
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

--> In 1807 werd in het Britse Rijk slavenhandel verboden. In 1833 werd ook slavernij verboden. In het zuiden van Amerika pas 30 jaar later

Slide 17 - Tekstslide

Amerikaanse Burgeroorlog 1861-1865
  • 1860: Abolitionist Lincoln president van de VS
    --> Afscheiding zuidelijke staten 
  • 1861-1865 Burgeroorlog
  • Zuid versus Noord - Landbouw versus Industrie
  • Centraal probleem: status van slaven

  • Abraham Lincoln

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Eerst de tekst van deelcontext 1 lezen
Daarna vraag 1 t/m 7 maken

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

DC 1: Amerikaanse koloniën (1585-1833) 

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten
1. Bekijk 'Jort filmpjes'. 
2. Maak de bijbehorende quizvragen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De staatsgodsdienst in Engeland
A
Katholieke Kerk
B
Lutheraanse Kerk
C
Calvinistische Kerk
D
Anglicaanse Kerk

Slide 24 - Quizvraag

Wat was géén motief voor de Britse kolonisten om in de 17e eeuw naar Noord-Amerika te gaan?
A
Britse kolonisten waren op zoek naar goedkope grond
B
Britse kolonisten wilden graag snel rijk worden
C
Britse kolonisten wilden wapens kopen van de indianen
D
Britse kolonisten wilden vrijheid van geloof

Slide 25 - Quizvraag

Waarom is 1585 als startjaar gekozen voor de historische context: Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Hoe keken kolonisten aan tegen Indianen?
A
Met veel respect voor hun cultuur
B
Als een barbaarse cultuur
C
Als handelspartner ze kregen wapens van indianen
D
Indienen kregen respect omdat ze ook christelijk waren.

Slide 28 - Quizvraag

Wat was geen reden voor de Britse kolonisten om naar Noord Amerika te gaan?
A
Te gaan werken in de slavenhandel via de WIC
B
beschikbare landbouwgrond
C
Werkgelegenheid in nijverheid
D
Vluchten om vervolging door hun geloof

Slide 29 - Quizvraag

Waarom waren de Pilgrim Fathers naar Amerika gekomen?
A
Avontuur
B
Geloof
C
Nieuwe producten
D
Handel

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heeft de kolonie die de Pilgrim Fathers hebben gesticht?
A
North Carolina
B
Virginia
C
New England
D
Pennsylvania

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Net als in de Nederlanden gebruiken ook de Engelsen een bedrijf in hun kolonialisme. In de Nederlanden hebben we de VOC die handelt, gebieden gaat koloniseren, oorlog mag voeren en namens de Nederlandse regering mag optreden. Hoe heet het eerste Engelse bedrijf dat dit mag doen in Noord Amerika?
A
East Indian Company
B
The Virginia Company
C
De WIC
D
The Quaker Company

Slide 33 - Quizvraag

Maak de juist combinaties. Sleep de juiste combinatie.
Noordelijke Staten
Zuidelijke Staten
Vestigingskoloniën
plantage-economieën
New York
Virginia

Slide 34 - Sleepvraag

Sommige Amerikaanse historici spreken over een genocide op de Indianen door de kolonisten.
Waarom vinden ze het een genocide?
A
De Britten hadden ziektes waaraan de Indianen overleden.
B
De Britten sloopten de heilige plekken van de Indianen.
C
De Britten roeiden alle dieren uit die de Indianen aten.
D
De Britten voerden veroveringsoorlogen tegen de Indianen.

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 36 - Quizvraag

De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de
A
VOC
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
WIC

Slide 37 - Quizvraag