C.S Lewis brugklas

C.S Lewis (1898-1963)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

C.S Lewis (1898-1963)

Slide 1 - Tekstslide

Jeugd
  • Geboren in Belfast in Noord- Ierland. Zijn vader is jurist en zijn moeder is wiskundige. 
  • Als hij tien jaar oud is, overlijdt zijn moeder aan kanker. 
  • Zijn vader  stuurde de kinderen een maand later moest naar een kostschool  in Engeland.

Slide 2 - Tekstslide

W.T Kirkpatrick
 Een vriend van zijn vader neemt hem onder zijn hoede. 
Daar krijgt hij les in Griekse, Latijnse Klassieken, Italiaans en Duits. Daarnaast leert hij logisch denken, spreken en schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Oxford Universiteit
Hij studeerde cum laude af in de klassieke talen, de klassieke filosofie en de Engelse taal- en letterkunde. 
Daarna doceerde hij tot 1954 aan deze universiteit.

Slide 4 - Tekstslide

Atheïst
Lewis was overtuigd dat God niet bestond. Als Hij wel bestond was Hij een God die hij niet wilde kennen.
Mede door zijn christelijke vrienden (Tolkien) werd Lewis later christen.

Slide 5 - Tekstslide

Atheïsme
 Ontkent het bestaan van goden, maar gaat er niet noodzakelijk van uit dat er 'niets' is tussen hemel en aarde.

Slide 6 - Tekstslide

Agnosticisme
 Het is niet mogelijk  om het bestaan van hogere machten aan te tonen.  


Slide 7 - Tekstslide

Het filosofisch materialisme 

stelt dat alles tot strikt materiële processen te herleiden is, ook onze denkprocessen.

Slide 8 - Tekstslide

Boeken
“The pilgrems’s regress”uit 1933 is zijn eerste christelijke boek, waarin hij over zijn bekering tot het christendom schrijft.


Slide 9 - Tekstslide

The Narnia kronieken
 
  Meest bekende werk, met meer dan honderd miljoen verkochte exemplaren in 47 talen.

Slide 10 - Tekstslide

In de Afschaffing van de mens
bestrijdt Lewis
  1. De vooronderstelling dat waarden gebaseerd zijn op subjectieve gevoelens.
  2. Ethisch en levensbeschouwelijk relativisme.
  3. Eigen waarheid.

Slide 11 - Tekstslide

De mens
Moreel autonoom.
Geen hogere gezagsdragers.

Dus erkent God ook niet als hoogste gezagdrager. 

Slide 12 - Tekstslide