A1_5
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ander woord voor "eindigen" ?
Ik was de borden af
De film loopt af
Ik spreek af
Ik trap af
Ik was de borden af
De film loopt af
Ik spreek af
Ik trap af
A
aflopen
B
afspreken
C
afwassen
D
aftrappen
Slide 2 - Quizvraag
grammatica, maak af
Wat is goed?
(2 x)
(2 x)
A
dit boek
B
dat boek
C
deze boek
D
die boek
Slide 3 - Quizvraag
grammatica
Welke drie woorden horen bij
"het bestek "?
"het bestek "?
A
schilderen-verf-portret
B
zingen-liedje-koor
C
raam-gordijn-vensterbank
D
vork-mes-lepel
Slide 4 - Quizvraag
tegenovergestelde
Op welke afbeelding zie je "afwassen"?
A
B
C
D
Slide 5 - Quizvraag
wat is dit? (afbeelding)
Het flesje ... op tafel
A
staat
B
ligt
C
zit
D
loopt
Slide 6 - Quizvraag
prepositie
Wat is GEEN "het" woord?
A
gerecht
B
probleem
C
huizen
D
idee
Slide 7 - Quizvraag
kennis mbt Amsterdam/Nederland
Wat is dit?
A
de keldertrap
B
de zoldertrap
C
de wenteltrap
D
de roltrap
Slide 8 - Quizvraag
Wat is dit? (afbeelding) 2
Wat is goed?
(2x)
(2x)
A
Wat een lekker gerecht!
B
Wat een lekkere gerecht!
C
Wat een vieze auto !
D
Wat een vies auto!
Slide 9 - Quizvraag
Wat is dit? (afbeelding) 2
(Vertaal)
GOOD NIGHT!
GOOD NIGHT!
Slide 10 - Open vraag
Grammatica
