Brugklas 3.4 planten

3.4 planten
- Herhalen 3.3 dieren
- Uitleg 3.4 planten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.4 planten
- Herhalen 3.3 dieren
- Uitleg 3.4 planten

Slide 1 - Tekstslide

Een krokodil is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 2 - Quizvraag

Een sponsdier is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 3 - Quizvraag

Een gewervelde is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 4 - Quizvraag

Een lieveheersbeestje heeft een:
A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je het uitwendige skelet van een insect?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Heeft iedereen het begrepen? 
-Pak je telefoon om de volgende vragen te kunnen beantwoorden. 
Als de verbinding slecht is, doe dan mee op papier en stuur me een foto van je antwoorden via de chat. 

Slide 19 - Tekstslide

Paardenstaarten maken sporen in:
A
sporendoosjes
B
sporenvormende orgaantjes
C
sporenhoopjes
D
sporenbultjes

Slide 20 - Quizvraag

Tot welke stam horen alle zaadplanten?

Slide 21 - Open vraag

Varens maken sporen in:
A
sporendoosjes
B
sporenvormende orgaantjes
C
sporenhoopjes
D
sporenbultjes

Slide 22 - Quizvraag

Welke 4 onderdelen hebben alle vaatplanten?

Slide 23 - Open vraag

Mossen maken sporen in:
A
sporendoosjes
B
sorenvormende orgaantjes
C
sporenhoopjes
D
sporenbultjes

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kunnen boomalgen zich voortplanten?
A
sorenvormende orgaantjes
B
sporendoosjes
C
zaden
D
deling

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk
- Maken 4.4 
Let op! opdracht 4 en 6 kan je niet online maken. Doe dit in je werkboek, print het uit of bewerk het in Acrobat. 

Slide 26 - Tekstslide