Hospitality hoofdstuk 7
1 / 42
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Recreatie
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de omzet van de Nederlandse toeristische- en recreatieve branche?
A
68 miljoen euro
B
680 miljoen euro
C
6,8 miljard euro
D
68 miljard euro
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Joke en Aad uit Haarlem gaan ieder jaar naar de Veluwe om een weekje tot rust te komen. Dit is een voorbeeld van:
A
Inkomend toerisme
B
Binnenlands toerisme
C
Uitgaand toerisme
D
Buitenlands toerisme
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van uitgaand toerisme?
A
Frits uit Venlo gaat op vakantie naar Texel
B
Omar uit Parijs komt voor een weekendje naar Amsterdam
C
Froukje gaat met haar vriendinnen naar Chersonissos
D
Luuk gaat op vakantie elke avond uit
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Waar kiezen bedrijven voor een doelgroep en niet voor 'iedereen is welkom'?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
7 recreantentype
Slide 36 - Woordweb
Bij welke recreantengroep pas jij het beste?
