U3 les 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 15 janvier

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt een schoolrooster schrijven;

- Jij kunt een tekst rond de school en hobbys begrijpen en vragen erover antwoorden;

- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Je contrôle les devoirs

Klaar met de opdrachten in de les? + LEREN EN TOEPASSEN:

Jij leert nog de woorden van Unité 3, Apprendre 1 (herhaling).

Jij leert de woorden van Unité 3, Apprendre 2 (nieuw).

Jij schrijft jouw rooster in het Frans (digitaal of op papier):

- aan de éne kant, de dagen van de week;

- aan de andere kant, de vakken per lesuur.

Om te leren gebruik jij het boek en daarna ook StudyGo (maak een gratis account).

+ Jij bent klaar met de opdrachten die wij donderdag in de les gedaan hebben: pagina's 89 en 90 in het boek, over de tekst Théo , ses devoirs, ses hobbys.

Activité numéro 1

Jij kunt een schoolrooster schrijven.

Montre les devoirs !

Activité numéro 2

Jij kunt een tekst rond de school en hobbys begrijpen en vragen erover antwoorden.

Ouvre le livre page 89.

Exercice 6, question 4, page 89

•  1/ Ik pak mijn tas = je prends mon sac à dos
• 2/ Ik kijk in mijn agenda = je regarde mon agenda
• 3/ Ik maak oefeningen en ik leer = Je fais les exercices et j'apprends
• 4/ Ik zoek antwoorden op internet = je cherche les réponses sur Internet
• 5/ Ik overleg met vrienden = je demande à mes copains

Exercice 6, questions 5 et 6, page 89

• 5/ Il fait de la musique
• 5/ Je joue de la guitare
• 5/ Je regarde un film
• 6/ Je m'appelle
• 6/ Je travaille
• 6/ Je ferme
• 6/ Je cherche
• 6/ Je demande

Correction des exercices page 90

Page 90, question 7

• est-ce que
• geen vertaling. Est-ce que gebruikt je om een vraag te stellen.
• Voorbeeld: Est-ce que tu danses ?
  

Dans jij?

Page 90, question 8 : le quiz

• les devoirs
• Quand un exercice est trop difficile, je ferme le livre ou je reste à mon bureau pendant des heures.

Page 90, question 9 : le quiz

• Vraag 1 = O + F +  N
• Vraag 2 = D + C + J
• Vraag 3 = M + K + A
• Vraag 4 =  G +  B +  L
• Vraag 5 =  E +  I + H

Le quiz

Et toi ? Tu as un maximum de :

 "a" : tu détestes le collège 

"b" : tu es sérieux / sérieuse

ou "c" ? : tu préfères tes amis ?

Activité numéro 3

Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen

B.V.: hele werkwoord "donner" (geven)

Stap 1:Schrijf de pvnw op	Stap 2: -er eraf (= stam)	Stap 3: uitgang erbij	Vertaling
je, tu, il, elle etc.	donn	je donn e	ik geef
		tu donn es	jij geeft
		il/elle/on donn e	hij/zij geeft / wij geven
		nous donn ons	wij geven
		vous donn ez	u geeft / jullie geven
		ils/elles donn ent	zij geven

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'jouer' met het onderwerp

joue

joues

joue

jouons

jouez

jouent

Jij kijkt

1. Tu regarde
2. Elle regarde
3. Il regarde
4. Tu regardes

Wat voeg altijd toe aan het einde van een werkwoord in de "tu" (jij) vorm?

Aan het einde van een werkwoord in de "tu" (jij) vorm, voeg jij altijd een "s" toe, behalve 2 uitzonderingen:

wij kijken naar

1. vous regardez
2. ils regardent
3. nous regardons
4. tu regardes

Vertaal: "jullie kijken naar"

Vertaal: "ik zoek"

1. je cherche
2. je joue
3. j'oublie
4. je commence

Il est 8.25. La classe...

1. s'appelle
2. commence
3. cherche
4. donne

Zelfstandig werken

Exercices (alle opdrachten) 8A, 8B et 8C, pages 91 et 92. Pas op: opdracht 8A, 3, pagina 91: vertaal in plaats van luisteer.

Klaar? Maak zinnen (exercice 8D)

Wat heb jij vandaag geleerd?