Vervoegen regelmatig werkwoord in de tegenwoordige tijd + voltooid deelwoord
1 / 25
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en
Slide 6 - Sleepvraag
Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben
Slide 7 - Quizvraag
Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst
Slide 8 - Quizvraag
....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen
Slide 9 - Quizvraag
Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 10 - Quizvraag
feesttenten
eettenten
werkwoorden die een tussen -e krijgen bij du, er/sie/es en ihr
wohnen
heißen
finden
rennen
tanzen
reisen
schreiben
fassen
beißen
streiten
Slide 11 - Sleepvraag
Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]
Slide 12 - Open vraag
Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]
[schenken]
Slide 13 - Open vraag
Wir ... einkaufen.
[gehen]
[gehen]
Slide 14 - Open vraag
Er ... jeden Tag eine Stunde.
[boxen]
[boxen]
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord van kaufen is...
A
gekaufd
B
gekauft
C
gekaufent
D
gekaufend
Slide 18 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van wohnen is...
A
gewohnd
B
gewohnt
C
gewohnent
D
gewohntd
Slide 19 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van leben is...
A
gelebd
B
geliebt
C
gelebt
D
geleben
Slide 20 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van kochen is...
A
gekochet
B
gekocht
C
gekochen
D
gekochd
Slide 21 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van tanzen is...
A
getanzen
B
getanzt
C
getanzd
D
getanzed
Slide 22 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord van kosten is...
A
gekostet
B
gekosten
C
gekost
D
gekosted
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van lernen
Slide 24 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van spielen?
