Les NT2

Nederlands


Welkom in de allerlaatste les van dit jaar!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands


Welkom in de allerlaatste les van dit jaar!

Slide 1 - Tekstslide

Ik ga (...) (...) vliegtuig op vakantie.
A
Op het
B
In de
C
Op de
D
Met het

Slide 2 - Quizvraag

Vooruit met de (...)
A
Wessam
B
Geit
C
Kar
D
Viool

Slide 3 - Quizvraag

Maak het spreekwoord af:

Wat de boer niet kent...
A
Kweekt hij niet
B
Eet hij niet
C
Ziet hij niet
D
Groeit ook niet

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort op de puntjes?

"Men moet geen slapende (...) wakker maken.
A
Mannen
B
Dieren
C
Uilen
D
Honden

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort op de puntjes?

"Dat is zoeken naar de (...) in de hooiberg."
A
Speld
B
Spin
C
Strohalm
D
Draad

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord hoort op de puntjes?

Als de kat van huis is, dansen de (...) op tafel
A
Honden
B
Vogels
C
Muizen
D
Mensen

Slide 7 - Quizvraag

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn...
A
Kennis
B
Kinderen
C
Resultaten
D
Gasten

Slide 8 - Quizvraag

Welk toetje is typisch Nederlands?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent

"Jong bier moet gisten"?
A
Jongeren moeten plezier kunnen maken
B
Jongeren moeten fouten maken om te leren
C
Jongeren moeten niet teveel belast worden
D
Jongeren hebben ouderen nodig als goede voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent
"Zoals de wind waait, waait zijn jasje"?
A
Hij gaat kan heel snel.
B
Hij verandert steeds zijn mening naar de mening van de rest van de groep.
C
Alles verloopt bij hem voorspoedig.
D
Hij zit iemand dwars.

Slide 11 - Quizvraag

Ik ga (...) (...) fiets naar school.
A
In het
B
In de
C
Op de
D
In de

Slide 12 - Quizvraag

Achter de (...) schijnt de zon.
A
Horizon
B
Bomen
C
Vensters
D
Wolken

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer heb je een loopneus?
A
Als je verkouden bent
B
Als je een puistje hebt
C
Als je je neus achterna loopt
D
Als iets heel erg stinkt

Slide 14 - Quizvraag

Lachen als een (...) met kiespijn.
A
Boer
B
Tandarts
C
Leraar
D
Student

Slide 15 - Quizvraag

De (...) valt niet ver van de boom
A
Tak
B
Vogel
C
Appel
D
Peer

Slide 16 - Quizvraag

Wat zeggen we ook wel van iemand die veel humor heeft?
A
Wat een gek is dat!
B
Wat een malloot is dat!
C
Wat een grapjas is dat!
D
Wat een gast is dat!

Slide 17 - Quizvraag

Welk tegenovergestelde is onjuist?
A
Donker - Licht
B
Boven - beneden
C
Recht - Links
D
Heet - Koud

Slide 18 - Quizvraag

Wat is er met iemand die "een stuiterbal" is?
A
Diegene kan goed voetballen
B
Diegene kan goed basketballen
C
Diegene kan zich heel goed focussen
D
Diegene is heel druk

Slide 19 - Quizvraag