[4h/5v] Staatsinrichting V - Politieke partijen

Staatsinrichting van Nederland V

Politieke kleuren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting van Nederland V

Politieke kleuren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
- uitleggen hoe de Eerste Kamerleden gekozen worden;

- het verschil tussen Links en Rechts (in politieke zin) uitleggen;
- het verschil tussen progressief en conservatief uitleggen;
- het nut beschrijven van een stemwijzer;
- jezelf binnen het politieke spectrum plaatsen op basis van een stemwijzer.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling:
Wat is het enquêterecht van Tweede Kamerleden?
A
Het recht om vragen te stellen aan de minister
B
Het recht om wetten voor te mogen stellen
C
Het recht om een onderzoek te starten naar een minister
D
Het recht om te stemmen over de begroting

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling:
Wat is het interpelatierecht van Tweede Kamerleden?
A
Het recht om vragen te stellen aan de minister
B
Het recht om de minister te onderbreken tijdens een debat
C
Het recht om een schriftelijke mening te geven
D
Het recht om wetsvoorstellen te veranderen

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit dat een regeerakkoord slecht is voor het dualisme.
(LET OP: in je antwoord moet je beide begrippen gebruiken!)

Slide 5 - Open vraag

Eerste Kamer
De leden van de Eerste Kamer (75) worden via een indirecte verkiezing gekozen.


1) burgers stemmen voor de Provinciale Staten.

2) de PS-leden stemmen vervolgens op de kandidaten voor de Eerste Kamer.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Het politieke spectrum

Alle politieke partijen zitten op een politiek spectrum.

Ze zijn links of rechts en progressief of conservatief.

Een spectrum betekent dat het niet het één óf het ander is!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Links en rechts in de politiek zijn ontstaan door:
A
het ontstaan van de Tweede Kamer
B
de industriële economie
C
het ontstaan van politieke partijen
D
de Franse Revolutie

Slide 11 - Quizvraag

Links
Politiek links betekent sociaal.

D.w.z. dat linkse partijen voor een grote overheid zijn die ingrijpt wanneer nodig, bijvoorbeeld door sociale wetgeving.

Denk aan: AOB, WAO, kindertoeslag, bijstand, etc.

Slide 12 - Tekstslide

Rechts
Politiek rechts betekent liberaal.

D.w.z. dat rechtse partijen voor een kleine overheid zijn die zich zo min mogelijk met de (vrije!) marktwerking bemoeit.

Denk aan: lage belasting, weinig regels voor bedrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Progressief
Politiek progressief betekent vooruitstrevend.

D.w.z. dat progressieve partijen de samenleving willen verbeteren op een vernieuwende manier.

Denk aan: homohuwelijk, abortus, klimaatakkoord.

Slide 14 - Tekstslide

Conservatief
Politiek conservatief betekent behouden.

D.w.z. dat conservatieve partijen de samenleving willen verbeteren zonder snelle maatschappelijke veranderingen.

Denk aan: traditie, religie.

Slide 15 - Tekstslide

De opmerking: 'De overheid is geen oplossing, maar het probleem,' past bij:
A
Rechtse partijen
B
Linkse partijen
C
Conservatieve partijen
D
Progressieve partijen

Slide 16 - Quizvraag

Stelling: het is oneerlijk dat de plek waar je geboren wordt (gezin, buurt) bepaalt of je maatschappelijk succesvol wordt.
A
Niet mee eens, want in Nederland heeft iedereen gelijke kansen.
B
Eens, je kunt er namelijk niks aan doen in welk gezin en welke wijk je geboren wordt.
C
Niet mee eens, want sommige mensen hebben nu eenmaal pech.
D
Eens, want in armere buurten krijgen kinderen minder kansen.

Slide 17 - Quizvraag

Welke stelling is juist:
1) Hogere belastingen horen bij links
2) Weinig wetten horen bij rechts
A
1 is juist 2 is onjuist
B
1 is onjuist 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Het CDA is:
A
Rechts
B
Midden-rechts
C
Midden-links
D
Links

Slide 20 - Quizvraag

GroenLinks/PvdA is:
A
Rechts
B
Midden-rechts
C
Midden-links
D
Links

Slide 21 - Quizvraag

De FvD is:
A
Progressief
B
Conservatief
C
Midden

Slide 22 - Quizvraag

De VVD is:
A
Rechts
B
Midden-rechts
C
Midden-links
D
Links

Slide 23 - Quizvraag

De PVV is:
A
Politiek rechts, economisch links
B
Politiek links, economisch rechts
C
Links
D
Rechts

Slide 24 - Quizvraag

De PVV is:
A
Progressief
B
Conservatief
C
Midden

Slide 25 - Quizvraag

Leg uit waarom de
Partij voor de Dieren
zowel links als progressief is.

Slide 26 - Open vraag

Wat denk je dat DENK is?
Leg je antwoord uit!

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Nu:
Invullen van een stemwijzer.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
- het verschil tussen Links en Rechts (in politieke zin) uitleggen;
- het verschil tussen progressief en conservatief uitleggen;
- het nut beschrijven van een stemwijzer;
- jezelf binnen het politieke spectrum plaatsen op basis van een stemwijzer.

Slide 32 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 33 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 34 - Open vraag