5H 10.4 stamboom van het leven

10.4 stamboom van het leven
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

10.4 stamboom van het leven

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen 10.4
  • Je kunt uitleggen welke theorieen er zijn over het ontstaan van het leven.
  • Je kunt uitleggen hoe het leven zich heeft ontwikkeld. 
  • Je kunt uitleggen wat analoge en homologe organen zijn en wat dit betekent voor het verklaren van evolutie.
  • Je kunt een evolutionaire stamboom aflezen.

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt uitleggen welke theorieen er zijn over het ontstaan van het leven.

Slide 3 - Tekstslide

aan de slag
Lees pagina 55 aandachtig door. Wat is belangrijk?
Vat dit stuk (ontstaan van het leven) kort samen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe oud schatten de wetenschappers onze aarde?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn prokaryoten?

Slide 6 - Open vraag

Geef eens een omschrijving van de omstandigheden op de oeraarde:

Slide 7 - Open vraag

Hoe noemen we de opvatting dat een bovennatuurlijke schepper verantwoordelijk is voor al het leven?

Slide 8 - Open vraag

Je kunt uitleggen hoe het leven zich heeft ontwikkeld. 

Slide 9 - Tekstslide

Lees 'de ontwikkeling van het leven' op p56 aandachtig door. Maak op papier of digitaal een tijdlijn (4,6 miljard - nu) waarin je de informatie uit deze tekst verwerkt en op chronologische volgorde zet.

Upload hier een afbeelding van jouw tijdlijn. Eerder klaar? Huiswerk maken.

Slide 10 - Open vraag

aan de slag
Bekijk in de BINAS tabel 94C
Bespreek de tabel met je buren, met zolang totdat 
1. jullie allemaal snappen wat daar gebeurt
2. jullie ook alle termen die daar staan begrijpen

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat analoge en homologe organen zijn en wat dit betekent voor het verklaren van evolutie.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De graafpoten van een mol en een veenmol zijn voorbeelden van...(beestjes even googelen)
A
analoge organen
B
homologe organen

Slide 14 - Quizvraag

Analoge organen duiden op een nauwe verwantschap (ze delen een gemeenschappelijke voorouder = vaak een uitgestorven soort)
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Je kunt een evolutionaire stamboom aflezen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

10.4 Wat moeten we uit deze paragraaf onthouden?

Slide 21 - Woordweb