In de 8e eeuw kwamen de Karolingen aan de macht in het Frankenrijk. Karel de Grote werd in 800 tot keizer gekroond door de paus: het hoofd van de rooms-katholieke kerk, bisschop van Rome. Karel verenigde een groot deel van Europa in één rijk.
Na de dood van Karels zoon Lodewijk (843) werd het rijk onder drie zonen verdeeld in een West- en Oost-Frankisch rijk en een middenrijk.
In het Oost-Frankische rijk werd de erfdeling afgeschaft. Otto I werd in 962 de eerste keizer van het Heilige Roomse Rijk dat bijna duizend jaar bleef bestaan.