Week 1:

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is macht?

Slide 4 - Woordweb

Macht
Is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.

Hoe heeft de overheid macht?
En hoe  heb jij macht?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wie heeft macht in een democratie?

Slide 7 - Woordweb

Democratie

Het woord democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).

Slide 8 - Tekstslide

Directe en indirecte democratie

Slide 9 - Tekstslide

Referendum = een volksstemming over een belangrijk onderwerp

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kijkvraag video
Hebben we in Nederland een directe of indirecte democratie?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Wat is democratie?
A
het volk heeft invloed op politieke besluiten
B
dingen die voor de meeste mensen belangrijk is
C
de macht in handen van één persoon of partij
D
volkstemming over een belangrijk onderwerp

Slide 16 - Quizvraag

Bij een referendum:


A
kiest de bevolking vertegenwoordigers in een bestuur
B
stemt de bevolking over een belangrijk politiek onderwerp
C
stemmen volksvertegenwoordigers over politieke zaken.
D
Wordt er alleen gestemd voor het algemeen belang

Slide 17 - Quizvraag

Bij een indirecte democratie:
A
kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen.
B
stemt de bevolking zelf over elk besluit.
C
kiest de bevolking in een referendum de volksvertegenwoordigers.
D
nemen de kiezers en de volksvertegenwoordigers samen in een referendum de besluiten.

Slide 18 - Quizvraag

In de Nederlandse democratie:
A
beslist het volk in een referendum over belangrijke onderwerpen
B
kiest de bevolking vertegenwoordigers die de besluiten nemen
C
mogen inwoners over iedere nieuwe wet stemmen
D
nemen ambtenaren de belangrijkste beslissingen

Slide 19 - Quizvraag

Directe democratie
Indirecte democratie
Referendum
Nederland is een...
Stemmen op een partij
Er is een volksvertegenwoordiging
Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 

Slide 20 - Sleepvraag

Politiek

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Politiek is
A
van algemeen belang
B
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen
C
Saai
D
het werk van ambtenaren

Slide 26 - Quizvraag

De Tweede en Eerste kamer is een volksvertegenwoordiging.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wie vormen de volksvertegenwoordiging in de provincies?
A
De commissaris van de koning
B
De gedeputeerde staten en de provinciale staten
C
De provinciale staten
D
De gedeputeerde staten en de commissaris van de koning

Slide 28 - Quizvraag

De volksvertegenwoordiging van de gemeente heet....
A
Parlement
B
Provinciale staten
C
Gemeenteraad
D
Tweede Kamer

Slide 29 - Quizvraag

De verkiezingen in de EU zijn voor .....
A
de Europese Commissie
B
de Europese Raad
C
het Europese Parlement
D
de Raad van Ministers

Slide 30 - Quizvraag

Waar geeft de overheid veel geld aan uit?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Waar en wanneer lever je opdracht 1 t/m 4 in?
Op magisterMe: Week 1 van PTO 3.
Voor de les van maandag 24 januari.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Link