In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
1 - Een volwassen legkip legt ongeveer:
A
200 eieren per jaar
B
300 eieren per jaar
C
Iedere dag één, dus 365 eieren per jaar
Slide 1 - Quizvraag
2 - Een wit ei wordt meestal gelegd door: (Weetje: witte oorlellen = witte eieren , rode oorlellen = bruine eieren. De meeste witte kippen hebben witte oorlellen)
A
Een witte kip
B
Een bruine kip
C
Zowel witte als bruine kippen
Slide 2 - Quizvraag
3 - Wat eten kippen?
A
Graan
B
Kleine insecten
C
Graan en kleine insecten
Slide 3 - Quizvraag
4 - Als je een zachtgekookt eitje wil koken, hoe lang moet deze dan koken?
A
3 minuten
B
4 minuten
C
5 minuten
Slide 4 - Quizvraag
5 - Pasen werd voor het eerst gevierd door:
A
Romeinen
B
Grieken
C
Joden
Slide 5 - Quizvraag
6 - Eerste Paasdag valt altijd op:
A
Vrijdag
B
Dat is elk jaar verschillend.
C
Zondag
Slide 6 - Quizvraag
7 - Hoeveel eieren eten Nederlanders ongeveer samen met Pasen?
A
100.000 eieren
B
4 miljoen eieren
C
32 miljoen eieren
Slide 7 - Quizvraag
8 - Wat is een beroemd muziekstuk wat met Pasen gespeeld wordt?
A
De Paaswals
B
De Matthäus Passion
C
Wie heeft m’n paasei gezien?
Slide 8 - Quizvraag
9 - In het voorjaar is er altijd een wedstrijd wie het eerste een ei vindt van een bepaalde vogel. Welke vogel is dat?
A
kievit
B
gans
C
specht
Slide 9 - Quizvraag
10 - Eieren worden in een heleboel voedingsmiddelen verwerkt. In welk voedingsmiddel zit geen ei?
A
Kaas
B
Cake
C
Beschuit
Slide 10 - Quizvraag
11 - Elke kippenhouderij heeft zijn eigen ei-code. Welke code heeft een kip uit een scharrelstal?
A
1
B
2
C
3
Slide 11 - Quizvraag
12 - Lang voordat het christendom ontstond, vierden de joden met Pasen hun bevrijding van de slavernij in Egypte. De joden vieren nog steeds Pasen – maar hoe noemen ze het feest?
A
Pesach
B
Bar mitswa
C
Chanoeka
Slide 12 - Quizvraag
13 - Op welke dag gedenken we het Laatste Avondmaal?
A
Palmzondag
B
Witte Donderdag
C
Eerste Paasdag
Slide 13 - Quizvraag
14 - Hoeveel eieren eet een Nederlander ongeveer gemiddeld per jaar?
A
100
B
200
C
300
Slide 14 - Quizvraag
15 - Het ene ei is groter dan het andere ei. Hoe komt dat?
A
Een dikke kip legt grotere eieren dan een dunne kip.
B
Een bruine kip legt grotere eieren dan een witte kip.
C
Oude kippen leggen grotere eieren dan jonge kippen.
Slide 15 - Quizvraag
16 - Een ei is ongeveer 28 dagen houdbaar. Hoe kan je zien of het ei nog goed is?
A
Als je een ei in het water doet en het blijft drijven, dan is het ei niet meer goed.
B
Als je een ei in het water legt en het ei zinkt naar de bodem, dan is het ei niet meer goed.
C
Je kunt het niet zien. Je kunt het alleen proeven.
Slide 16 - Quizvraag
17 - In welke maanden leggen de meeste kippen geen eieren?
A
juli en augustus
B
december en januari
C
maart en april
Slide 17 - Quizvraag
18 - Hoe lang duurt het voor een ei is uitgebroed?
A
3 weken
B
4 weken
C
6 weken
Slide 18 - Quizvraag
19 - Wat is de juiste volgorde?
A
Kerst – Pasen – Pinksteren – Hemelvaart
B
Kerst – Pasen – Hemelvaart – Pinksteren
C
Pasen – Hemelvaart – Pinksteren – Kerst
Slide 19 - Quizvraag
20 - Pasen wordt voorafgegaan door de 40-dagen tijd. Hoe noem je deze tijd ook wel?