Informatieve teksten, instructies en infographics lezen en begrijpen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lezen Hoofdstuk 3
Informatieve teksten, instructies en infographics lezen en begrijpen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik/ herhalen
Wat weet je nog over soorten teksten en tekstdoelen?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het doel van: een nieuwsbericht over de verkiezingsuitslagen?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het doel van: een oproep om te demonstreren tegen een kortere zomervakantie?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het doel van: een brief aan de gemeente over de verkeersoverlast bij jou in de straat?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het doel van: mail van je mentor hoe je teams moet installeren op je laptop?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 7 - Quizvraag
Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom
Slide 8 - Quizvraag
Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee
Slide 9 - Quizvraag
Tekstverband: UITLEG OF TOELICHTING
A
zoals
B
samenvattend
C
met andere woorden
D
tenzij
Slide 10 - Quizvraag
Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om
C
zo
D
omdat
Slide 11 - Quizvraag
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 12 - Quizvraag
Tekstverband: UITSPRAAK-VOORBEELD
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo
Slide 13 - Quizvraag
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 14 - Quizvraag
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 15 - Quizvraag
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 16 - Quizvraag
Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
Slide 17 - Quizvraag
Lesdoelen
1. Je herkent informatieve teksten en weet waarover de schrijver je wilt informeren
2. Je herkent de opbouw van een instructie en weet hoe je die moet lezen/gebruiken
3. Je kent de functie van infographics en kunt er belangrijke informatie uithalen
Slide 18 - Tekstslide
Herkennen informatieve teksten
Lay-out; tussenkopjes en smalle tekstkolommen
Vetgedrukte titel, vetgedrukte samenvatting in een nieuwsbericht
Slide 19 - Tekstslide
Wat weet je over infographics?
Slide 20 - Woordweb
Infographics
Informatieve illustraties met een combinatie van tekst en beeld.
De korte teksten in een infographic, zijn net zo belangrijk als de afbeeldingen.
90% van de informatie die we verwerken in onze hersenen is visueel.
visueel aantrekkelijk en info is snel duidelijk en helder
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
infographic
combinatie van beeld en tekst
-diagrammen
-plaatjes
- teksten
-foto's
-tekeningen
-tabellen
Slide 23 - Tekstslide
Opmaak
Wil je het begrijpen?
Let dan op
- (tussen)koppen
- pijlen
- cijfers
- hoofdletters/ dikgedrukte woorden
- verschillende kleuren
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste doel van een Infographic?
A
activeren
B
instrueren
C
overhalen
D
informeren
Slide 25 - Quizvraag
Doel = informatie geven
Slide 26 - Tekstslide
Wat is het nut van een infographic?
A
Het ziet er leuk uit en geeft diepgang aan de tekst.
B
Een infographic geeft meer informatie dan een tekst.
C
Een inforgraphic geeft veel informatie die snel opgenomen wordt.
Slide 27 - Quizvraag
Voordeel van infographics
Jullie hoeven minder te lezen! Vervangt langere tekst en zo beter te onthouden
De combinatie van tekst en beeld is voor de hersenen snel te begrijpen.
Makkelijk te delen op social media.
Slide 28 - Tekstslide
Welke informatie haal je uit deze infographic?
Slide 29 - Tekstslide
Snap je wat een Infographic is?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
Huiswerk
Twee opties:
Lezen 3.3 examenopdracht (op papier)
klaar?
Infographic maken over jezelf:
Wie ben je? Laat dit zien met plaatjes en tekst.
Slide 31 - Tekstslide
Geef één of meer voorbeelden van instructies
Slide 32 - Open vraag
Waaraan herken je een instructie?
Slide 33 - Open vraag
Instructie
Een instructie geeft uitleg over hoe je iets moet doen of hoe iets werkt.
Na een instructie weet een lezer hoe hij iets moet uitvoeren of aanpakken.
Slide 34 - Tekstslide
Herkennen Instructies
Een instructie kun je vaak herkennen aan:
stapsgewijs weergegeven informatie -> Een instructie is in stappen, fases, stukjes etc.
nummering, dots
doe-woorden
feiten
stappen in een vaste, chronologische volgorde
signaalwoorden die de stappen inleiden
tekeningen, plaatjes, foto’s
Slide 35 - Tekstslide
Technische handleiding
Een andere vorm van een instructie is een technische handleiding. Deze geeft niet alleen uitleg over hoe iets gebruikt moet worden, maar ook informatie over hoe iets in elkaar zit en hoe het werkt.
Slide 36 - Tekstslide
Herkennen
Een technische handleiding kun je herkennen aan:
een combinatie van informatie over een product en instructie over hoe je dit moet gebruiken
tekeningen of foto’s om de informatie te verduidelijken
soms een quick start: tekeningen met korte bijschriften die laten zien hoe je direct aan de slag kunt gaan
Slide 37 - Tekstslide
Geef één of meer voorbeelden van informatieve teksten