4.4 planten en dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

4.4 planten en dieren

Leerdoelen:

4.4.1 Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

4.4.2 Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celmembraan

Celwand

Dierlijke cel

De dierlijke cel

Celmembraan

Celkern

Cytoplasma

Plantencel

Dierlijke cel

Schimmelcel

Bacteriecel

Symmetrie bij dieren

7 groepen dieren

Sponzen

Neteldieren

Weekdieren

Geleedpotigen

Stekelhuidingen

Gewervelden

Wormen

2de kenmerk: het skelet

Door naar het skelet van dieren te kijken, kun je het dierenrijk nog verder onderverdelen. Er zijn drie typen skelet:

-Een inwendig skelet
 

-Een uitwendig skelet

-Geen skelet

Een afdeling van het dierenrijk zijn de
eencelligen

1. Waar
2. Niet waar

Groepen onderverdelen in:

*Niet symmetrisch

*Veelzijdig symmetrisch

Tweezijdig symmetrisch

Zeven stammen

• Sponzen 
• Holtedieren/ neteldieren
  
• Wormen
• Weekdieren
• Stekelhuidigen
• Geleedpotigen
  
• Gewervelden 

Sponzen

Niet symmetrisch

Skelet van hoornvezel

Bodem van de zee

Ongewervelde dieren

De ongewervelde dieren zijn verdeeld in 5 groepen:

- holtedieren

- wormen

- weekdieren

- stekelhuidigen

- geleedpotigen

holtedieren

Kenmerken:

- veelzijdig symmetrisch

- meestal geen skelet

- leven in water

- vangen hun prooi met 

   tentakels

Wormen

Tweezijdig symmetrisch

Geen skelet

Lichaam lang en dun

Weekdieren

Tweezijdig symmetrisch

Meestal huisje of schelp

Stekelhuidigen

Veelzijdig symmetrisch

Inwendig skelet van kalk

Huid is bedekt met stekels of knobbels

Leeft in de zee

Geleedpotigen

allemaal tweezijdig symmetrisch

skelet = pantser

insecten (6 poten)

spinnen (8 poten)

kreeftachtigen (10 poten)

veelpotigen

Ordening in het DIERENRIJK

GEWERVELDEN: (  een wervelkolom, een schedel en ribben)

                  - Vijf groepen (Klassen):

                          1. VISSEN

                          2. AMFIBIËN

                          3. REPTIELEN

                          4. VOGELS

                          5. ZOOGDIEREN

Waar kijken we naar bij het ordenen van dieren?

1. Hoe ze zich voortplanten
2. Waar ze leven
3. Of ze een skelet hebben
4. Op wat voor soort poten ze hebben

Dieren kun je ordenen op hun skelet. Welke groep dieren heeft een inwendig skelet?

1. Wormen
2. Geleedpotigen
3. Stekelhuidigen
4. Neteldieren

Een skelet is een kenmerk om dieren te ordenen

1. ja
2. nee

Wat is geen rijk bij het ordenen?

1. Bacterien
2. Dieren
3. Mensen
4. Schimmels

Ordening verdeel je in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Dieren kun je ordenen op hun skelet. Welke groep dieren heeft een inwendig skelet?

1. Wormen
2. Geleedpotigen
3. Stekelhuidigen
4. Neteldieren

De pinguïn is een
......

Je leert waarom bij het thema ordenen

1. Vis
2. Zoogdier
3. Vogel
4. Insect

Wat is ordening

1. Het indelen van organismen in bepaalde groepen
2. Het netjes maken van het uiterlijk van een organisme

Noem de 3 kenmerken om de vier rijken te ordenen?

1. Bladgroenkorrels, celkern en cytoplasma
2. Bladgroenkorrels, celkern en celwand
3. Blad, stengel en wortel
4. Celkern, celwand en slijmvliescellen

Aan de slag!

Pak je boeken er bij.

Maak van thema 4.4

De volgende opdrachten:

 1 +2 + 4 t/m 7
Nakijken

klaar? test je zelf 4.1 t/m 4.4