L3 - 8oct24

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

L3 - 8oct24

Your song

Grammar: 

Gerund

Auxiliary verbs

Homework

For tomorrow:

Do: 

ex. 41-42-43-44-45-46

Study:

p.178-182 

Let's talk music

Read aloud what you wrote.

Gerund 

Verb + ing

 a verb (ww) + ing = noun (zelfstandig naamwoord)

We call this: the gerund

shop (verb) + ing = shopping (noun)               = gerund

game (verb) + ing = gaming                                  = gerund

eat (verb) + ing = eating                                            = gerund 

Een gerund is het hele werkwoord + ing dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je gebruikt de gerund:

1. als onderwerp van een zin.

Bedenk een ander voorbeeld waarbij je de gerund als onderwerp in een zin gebruikt.

Smoking is bad for your health.

Roken in slecht voor je gezondheid.

When?

Je gebruikt de gerund (ww+ing:

• Als zelfstandig naamwoord
• na ww die een mening uitdrukken (hate/ like/ love/enjoy)
• na deze ww start/ begin/ continue/ stop
• na voorzetsels (after/ before/ while/ at etc.)
• na bepaalde uitdrukkingen: It's no use / It's (not) worth it / don't mind / to look forward to

use the gerund 

 to-infinitive?

Deze wordt gebruikt:

• Na ww die een gevoel/gedachte uitdrukken (hesitate/ hope/ want/ expect/ choose
• Na ww die 'iets zeggen'  uitdrukken (agree/ promise/ demand/ forbid/ refuse
• In combinatie met would love / would hate/ would like etc
• Na de ww learn/ manage/ fail/ tend

This student refuses to do his homework.

I would love to visit Australia one day.

Let op! Bij to remember zijn twee mogelijkheden

• Betekent het 'iets onthouden'dan gebruik je infinitive
• Betekent het 'iets herinneren' dan gebruik je de gerund

Fill in gerund or to+infinitive:
I hope ... the exam.(pass)

Auxiliary verbs

Modals: must, have to, should

Positief	Vertaling
should	eigenlijk moeten
must	moeten
have to	moeten

Negatief	Vertaling
should n't	eigenlijk niet moeten
must n't	Niet mogen
don't have to	niet hoeven

Auxiliary verbs: advies --> verplichting

weinig verplichting

veel verplichting

Levels van verplichting

weinig verplichting

veel verplichting

Must

Levels van verplichting

weinig verplichting

veel verplichting

Must

Should

Levels van verplichting

weinig verplichting

veel verplichting

Must

Should

Have to

Modals: must, have to, should

Modal	Zin
should	You should do your homework more often.
must	I must go home now.
have to	You have to be home before 10pm.

Modals: must, have to, should

Modal	Zin
should n't	You shouldn't eat too much sugar.
must n't	I mustn't be home late.
don't have to	You don't have to do this if you don't want to.

Andere modals

Could	(zou) kunnen	I could walk by the time I was one.
Couldn't	(zou) niet kunnen	Sam couldn't come to school yesterday because he was ill.
would	zou / beleefde vraag	I would get a new coat if I were you. Would you please close the window?
wouldn't	Zou niet	Maggie wouldn't like that.

"I have a terrible stomachache." "You ... go to the doctor's."

1. must
2. should
3. have to
4. mustn't

You ... show your passport at passport control.

1. must
2. should
3. have to
4. mustn't

Because of her parents, Jenny ... do homework every evening.

1. must
2. should
3. has to
4. mustn't

Tongue twister

For tomorrow:

Do: 

ex. 41-42-43-44-45-46

Study:

p.178-182