Instructie 11.5 + 11.6

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Oorschelp
Evenwichtsorgaan
Gehoorzenuw
Gehoorbeentjes
Tommelvlies
Gehoorgang
Slakkenhuis
Oorsmeerkliertjes
buis van Eustachius

Slide 18 - Sleepvraag

Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius
Hierdoor wordt de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies
A
Dicht gelijk
B
Open gelijk
C
dicht verschillend
D
open verschillend

Slide 19 - Quizvraag

In welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 20 - Quizvraag

Welk deel van het oor geeft impulsen door aan de hersenen?
A
2
B
4
C
7
D
8

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 6?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.
D
Geluidstrillingen opvangen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 1?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.
D
Geluidstrillingen opvangen

Slide 23 - Quizvraag

Als je misselijk wordt in de auto, komt dat doordat je evenwichtsorgaan in de war is.
Waar zit je evenwichtsorgaan?
A
Binnen in je hersenen
B
Bij je oren
C
Achter in je keel
D
Achter je ogen

Slide 24 - Quizvraag

Harde toon
Zachte toon
Hoge toon
Lage toon

Slide 25 - Sleepvraag

Waaruit bestaat het evenwichtsorgaan?
A
Drie cirkelvormige kanalen met een balletje
B
Drie met vocht gevulde cirkelvormige kanalen
C
Het slakkenhuis
D
vloeistof in een soort vaasjes

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 27 - Sleepvraag

De kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 28 - Quizvraag

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 29 - Quizvraag

Harrie loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 30 - Quizvraag

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 31 - Quizvraag


Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

uitloper zenuwcel
staafje
kegeltje
zenuwcel
blinde vlek
oogzenuw
gele vlek

Slide 33 - Sleepvraag

Huiswerk:
Bs 5 opdr 1, 5, 6, 7
Bs 6 opdr 2, 3, 6, 7
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide