Waar begint een voedselketen of voedselweb altijd mee
Slide 3 - Open vraag
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Gras
Wezel
Konijn
Paardenbloem
Havik
producent
consument
consument
Slide 5 - Sleepvraag
fotosynthese
verbranding
koolstofdioxide
plantaardige energierijke stoffen
dierlijke energierijke stoffen
Slide 6 - Sleepvraag
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat biologisch evenwicht is. Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting.
Slide 7 - Tekstslide
biologisch evenwicht: er is evenwicht tussen organismen
Slide 8 - Tekstslide
Grootte van populatie
gunstige omstandigheden
-veel voedsel
-weinig vijanden
-geen aanwezige ziekteverwekkers
-gunstig klimaat
hangt af van:
ongunstige omstandigheden
-weinig voedsel
-veel vijanden
-aanwezigheid van ziekteverwekkers
-klimaatsveranderingen
Slide 9 - Tekstslide
Als het aantal roofdieren afneemt, zal de populatiegrootte ....
A
afnemen
B
toenemen
Slide 10 - Quizvraag
Als het een jaar heel droog is zal het aantal muizen toenemen of afnemen?
Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Tekstslide
Samenleven
Binnen een populatie heeft elk individu
relaties met soortgenoten.
Een relatie kan gericht zijn op
concurrentie ( competitie) om voedsel, partner, slaapplek
of op samenwerking. (vangen van prooi)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Relaties binnen een populatie
Rangorde = één dier is de baas, de rest van de dieren weten hun plek
territorium = gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten
paarvorming = een mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten
Slide 14 - Tekstslide
Welke begrip hoort bij de omschrijving: een gebied verdedigen tegen soortgenoten.
A
paarvorming
B
parasitisme
C
rangorde
D
territorium
Slide 15 - Quizvraag
Parasitisme
Een soort heeft voordeel, de ander nadeel.
Slide 16 - Tekstslide
Welke relatie is een voorbeeld van parasitisme?
A
Een mug zuigt bloed op en vliegt daarna weg.
B
Een schimmel en een alg vormen samen een korstmos.
C
Op de stam en de takken van een boom groeit mos.
D
Hoofdluizen leven tussen hoofdharen en zuigen daar bloed op.