H3 - week 36 - Les 1 - woordenschat H1 en H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, do, vrij

- Terugblik vorige les

- Oefenen met woordenschat H1

- Theorie woordenschat H2

- Aan de slag!

Planning deze les:

- Je hebt door wat je moet doen deze week en je loopt op schema

- Je kent de stijlfiguren H1 en H2

- Je hebt een start gemaakt met het huiswerk van deze week

Doel van de les

Doel onderdeel: 

- kennen van zoveel mogelijk woorden

- gebruiken/herkennen van uitdrukkingen en beeldspraak

- betekenissen kunnen herleiden

Woordenschat

Je wilt iets benadrukken en daarom zet je het extra dik aan. 

 

Stijlfiguren

Tegenstelling

Herhaling

Opsomming=    - Drieslag

                               - climax

                              - Omgekeerde climax

Havo 2:

Vergelijking:      Je vergelijkt een object met een beeld

Metafoor:            Je noemt alleen het beeld en niet het object

Personificatie:  Je geeft een 'ding' menselijke eigenschappen

Stijlfiguren H1

Ik heb dag en nacht op je gewacht!

Hij zou hemel en aarde bewegen voor me!

Klaas en Pietje hebben zich kapot gelachen.

Iets heel erg overdrijven, zodat het duidelijk wordt wat je wilt benoemen.

Nieuwe stijlfiguren H2:

Ik heb dag en nacht op je gewacht!

Hij zou hemel en aarde bewegen voor me!

Klaas en Pietje hebben zich kapot gelachen.

Iets heel erg overdrijven, zodat het duidelijk wordt wat je wilt benoemen.

hyperbool (net als het wiskundige figuur)

Nieuwe stijlfiguren H2:

Lieke martens kan wel een aardig balletje trappen

We hebben een klein optrekje gekocht (als het een kast van een huis is).

Iets juist heel erg afzwakken (minder belangrijk maken) dan het is. 

Nieuwe stijlfiguren:

Lieke martens kan wel een aardig balletje trappen

We hebben een klein optrekje gekocht (als het een kast van een huis is).

Iets juist heel erg afzwakken (minder belangrijk maken) dan het is. 

Understatement

Nieuwe stijlfiguren:

Hij gaat heel creatief met de waarheid om.

Het plussize model heeft een volslank figuur.

Ik moet even naar het kleinste kamertje.

Het konijn heeft een aanvaring met een vrachtwagen gehad. 

Iets 'zachter' zeggen, zodat de boodschap minder hard overkomt. 

Nieuwe stijlfiguren:

Hij gaat heel creatief met de waarheid om.

Het plussize model heeft een volslank figuur.

Ik moet even naar het kleinste kamertje.

Het konijn heeft een aanvaring met een vrachtwagen gehad. 

Iets 'zachter' zeggen, zodat de boodschap minder hard overkomt. 

Eufemisme

Nieuwe stijlfiguren:

Tegenstelling

Herhaling

Opsomming= - Drieslag

                            - climax

                            - Omgekeerde climax

Havo 2:

Vergelijking:      Je vergelijkt een object met een beeld

Metafoor:            Je noemt alleen het beeld en niet het object

Personificatie:  Je geeft een 'ding' menselijke eigenschappen

Stijlfiguren H1 en H2

Hyperbool - overdrijving

Understatement - afzwakken

Eufemisme - waarheid minder hard

Tegenstelling

Herhaling

Opsomming= - Drieslag

                            - climax

                            - Omgekeerde climax

Havo 2:

Vergelijking:      Je vergelijkt een object met een beeld

Metafoor:            Je noemt alleen het beeld en niet het object

Personificatie:  Je geeft een 'ding' menselijke eigenschappen

Stijlfiguren H1 en H2

Hyperbool - overdrijving

Understatement - afzwakken

Eufemisme - waarheid minder hard

Met al deze dingen zeg je dus iets veel beeldender dan wanneer je het letterlijk zou zeggen. 

Welk stijlfiguur zit er in de zin?

Hij heeft me een zee van bloemen gestuurd

1. eufemisme
2. hyperbool
3. understatement
4. vergelijking

Hij heeft me een zee van bloemen gestuurd

- de zee van bloemen is waarschijnlijk niet waar

Hyperbool

Stijlfiguren H1 en H2

Welk stijlfiguur zit er in de zin?

De grote voetballer is niet meer onder ons

1. eufemisme
2. hyperbool
3. understatement
4. vergelijking

De grote voetballer is niet meer onder ons

- niet meer onder ons zijn

Eufemisme

Stijlfiguren H1 en H2

Ga naar hoofdstuk 1 - Woordenschat (oranje)

Maak minimaal opdracht 1, 2 en 3- volgende les is dit af. 

Aan de slag!

Wat:

Woordenschat

H1 - Opdracht 1, 2 en 3

H2 - Hele leerlijn

Wanneer:

Aan het einde van deze week heb je dit af. 

Aan de slag:

Voor de les:

- Je hebt opdracht 1, 2 en 3 af (woordenschat H1) 

- Je bent op weg met de leerlijn van H2

- Leer de woorden/stijlfiguren van H1 en H2 alvast (volgende week SO)

Succes!

Volgende les:

De zon lachte ons toe.

1. metafoor
2. metoniem
3. vergelijking
4. personificatie

'Een beetje saaie film', vond Hans, die de hele voorstelling had geslapen.

1. hyperbool
2. understatement
3. eufemisme

Na zo'n dag houthakken sterf ik altijd van de honger.

1. hyperbool
2. understatement
3. eufemisme

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement