5.2; Democratie in Nederland

Burgers en stoommachines

5.2 Democratie in Nederland
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines

5.2 Democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen hoe Nederland werd geregeerd vóór 1848

Slide 2 - Tekstslide

Nederland krijgt een nieuwe koning
Napoleon wordt verslagen bij de Slag bij Waterloo in 1815:
Nederland heeft een nieuwe leider nodig:
  • Stadhouder Willem V is overleden: --> zoon Prins Willem Frederik van Oranje-Nassau
  • Koning Willem I van 1815 tot 1840

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken:
  • Nederlands officiële taal

  • Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek

  • Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders

  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 6 - Tekstslide


Belgische Revolutie
1830



  • Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel, 
  • slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.

  • Ruim een maand later roepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit

Slide 7 - Tekstslide


Gevolgen



  • 1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
  • 1831: Tiendaagse Veldtocht
  • 1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
  • 1840: Willem I treedt af

Slide 8 - Tekstslide


Hoe zag het bestuur van Nederland er uit 
tussen 1815-1848?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 5.2

Opdracht 1 t/m 4

werkboek blz 130-132
informatieboek blz 100-101

Slide 24 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848



  • De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 25 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid

  • Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 27 - Tekstslide


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 28 - Tekstslide


Hoe zag het bestuur 
van Nederland er 
vanaf 1848* uit?










*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig


Slide 29 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 30 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 31 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 32 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 33 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 34 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 35 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 36 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 37 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 38 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 39 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 40 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 41 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 42 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 43 - Tekstslide

Benoemt
Kiest
Verantwoording

Slide 44 - Tekstslide

3. Grondwet van 1848
- Vrijheid van Godsdienst
- Vrijheid van drukpers
- Vrijheid van vergadering
- NL krijgt een parlementair stelsel: het parlement (1e & 2e kamer) heeft de hoogste macht. Het parlement controleert de regering
- Koning is alleen staatshoofd en onschendbaar
- Minister-president wordt regeringsleider
- Tweede Kamer wordt gekozen door burgers  
-Eerste Kamer door Provinciale Staten 

Slide 45 - Tekstslide

4. Uitbreiding kiesrecht
Willem III volgt Willem II op en NL wordt democratischer

Liberalen: alleen mannen met ontwikkeling en bezit kunnen stemmen (11%)

1896: helft van de mannen mag stemmen
1917: algemeen mannenkiesrecht
1919: algemeen vrouwenkiesrecht
-> Parlement wordt dus met algemeen kiesrecht gekozen

Slide 46 - Tekstslide

Maken deze les (2H)
5.2 Democratie in Nederland

opdracht 4 t/m 7

werkboek blz. 123-124
Informatieboek blz. 94-95

Slide 47 - Tekstslide

Maken deze les (2V)
5.2 Democratie in Nederland


opdracht 5 t/m 8

werkboek blz. 132-133
Informatieboek blz. 100-103

Slide 48 - Tekstslide