Exercice 16A: met z'n allen de zinnen opzeggen
B: woorden van de prononciation nazeggen
C: de zinnen in duo's oplezen
D: slaan we over
E: in je schriftje rol A en rol B uitschrijven. Daarna in duo's de zinnen opzeggen.
Klaar? Faites l'exercice 18 dans ton livre d'exercices. 17 slaan we over!