H2.4 Welke werk kun je doen?

H2 'Arm en rijk'


cursus 2.4 'Welk werk kun je doen'



Tijdvak 1: Jagers en boeren

Periode 1: Prehistorie

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 'Arm en rijk'


cursus 2.4 'Welk werk kun je doen'



Tijdvak 1: Jagers en boeren

Periode 1: Prehistorie

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 2.3

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het begrip 'landbouwrevolutie'?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
B
De overgang van landbouw naar fabrieken
C
De overgang van landbouw naar jagen en verzamelen
D
De overgang van jagen naar verzamelen

Slide 4 - Quizvraag

Noem 2 verschillen tussen het leven van de jagers en de boeren

Slide 5 - Open vraag

Hoe is het verschil ontstaan tussen arm en rijk in de tijd van de boeren?

Slide 6 - Open vraag

Lesdoelen 2.4
  •  Je kunt de 3 beroepssectoren noemen.


  • Je kunt van elke beroepssector een voorbeeld van een beroep geven.

 

  • Je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landbouw werken.


  • Je kunt uitleggen waarom veel producten in fabrieken in arme landen worden gemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig 

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (7min).



Slide 8 - Tekstslide

De 3 beroepssectoren
  • Sector 1: Landbouw


  • Sector 2: Industrie


  • Sector 3: Diensten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Landbouwsector
  • Landbouw haalt producten uit de natuur.

       - Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.



  • Beroepen:

       - Boer, tomatenkweker, mijnwerken, visser enz.

  

Slide 11 - Tekstslide

Industriesector
  • Werk wat in de fabriek wordt gedaan:

       - Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie enz.



  • Beroepen:

       - Kaasfabriek, Ned-cars, lasser, lopendebandmedewerker

       enz.

Slide 12 - Tekstslide

Dienstensector
  • Iets voor een ander doen.

       - Zorg, onderwijs, uiterlijke verzorging enz.



  • Beroepen:

       - Leraar, verpleegkundige, automonteur enz.

Slide 13 - Tekstslide


Leg uit welke afbeelding bij Nederland hoort en welke bij India.
1
2

Landbouw

Industrie

diensten

Slide 14 - Open vraag

Industrie in ontwikkelingslanden

Waarom worden veel producten die we hier hebben in ontwikkelingslanden gemaakt?

  • Lage lonen
  • Weinig arbeidsvoorwaarden (lange werkdagen,

       zwaar en ongezond werk, kinderarbeid enz.)

  • Dus goedkope producten

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

  • Benoem drie voorbeelden van slechte of onveilige arbeidsomstandigheden in het filmpje. Bespreek de voorbeelden met elkaar.
  
  • Kies één voorbeeld uit. Leg uit wat er volgens jou gedaan moet worden om deze arbeidsomstandigheid te verbeteren.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Leg per beroep uit waarom jou dit een zwaar beroep lijkt of niet. Komt dat door de lichamelijke of de geestelijke inspanning die je bij dat beroep moet leveren?
  • Stratenmaker 
  • Leerkracht
  • Piloot
  • Timmerman
  • Militair
  • Kassière
  • Minister-president
  • Telefoniste
  • Directeur

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 2.4
  • Je kunt de 3 beroepssectoren noemen.


  • Je kunt van elke beroepssector een voorbeeld van een beroep geven.

 

  • Je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de lanbouw werken.


  • Je kunt uitleggen waarom veel producten in fabrieken in arme landen worden gemaakt.

Slide 21 - Tekstslide