Lundi le 23 mai

Bonjour H2!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H2!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
- Le festival de Cannes, c' est quoi? 
- Uitleg ontkenning
- Grammatica trainer online leçon 4 & leçon 4


Doelen: Ik herhaal de grammatica van de brugklas en kan het toepassen
Ik vergroot mijn woordenschat

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke stad staat bekend om haar filmfestival?
A
Cannes
B
Nice
C
Antibes

Slide 4 - Quizvraag

Wat is 'Festival de Cannes'?
A
Een Formule-1 wedstrijd in Cannes.
B
Een filmfestival in Cannes.

Slide 5 - Quizvraag

Hoelang duurt het festival van Cannes?
A
10 dagen
B
20 dagen
C
12 dagen
D
een maand

Slide 6 - Quizvraag

De prijs voor de beste film op het filmfestival van Cannes is …
A
la Caméra d'or.
B
la Palme d'or.
C
le César.
D
l'Oscar.

Slide 7 - Quizvraag

Op het filmfestival van Cannes is de rode loper erg belangrijk.
Wat is de Franse vertaling voor 'de rode loper'?

A
le tapis rouge
B
le parcours rouge
C
le boulevard rouge

Slide 8 - Quizvraag

Alle voca herhaald?

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent?
un trésor
A
een gids
B
een schat
C
een gerecht
D
een varken

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent?
la pâte
A
het deeg
B
de wafel
C
het meel
D
de koe

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent?
l'achat

A
het drankje
B
het kopje
C
de verslaafde
D
de aankoop

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent?
se mettre

A
meten
B
mengen
C
gaan zitten
D
opstaan

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vertaling?
aardappels

Slide 14 - Open vraag

Wat is de vertaling?
zich wassen

Slide 15 - Open vraag

Wat is de vertaling?
gebruiken

Slide 16 - Open vraag

Wat is de vertaling?
Veel succes!

Slide 17 - Open vraag

Wat is de vertaling?
Ik heb honger.

Slide 18 - Open vraag

Noem een ontkennende zin in het Nederlands?

Slide 19 - Woordweb

Wat betekent ne...pas ook alweer?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

niet
nooit
nog niet
niet meer
niets
ne ... plus
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... pas
ne ... pas encore

Slide 22 - Sleepvraag

In welke zin(nen) staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon père a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.

Slide 23 - Quizvraag

In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
Il pas regarde n'un film.
B
Elle n'aime pas la viande.
C
Nous ne pas regardons un film.
D
Sophie déteste ne pas le français.

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal: ik ben niet Paul
A
ne je pas suis Paul
B
je ne suis pas Paul
C
je suis ne Paul pas
D
je ne suis Paul pas

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal: ik heb geen broer
A
ne je pas ai de frère
B
j'ai ne pas de frère
C
je n'ai pas de frère
D
j'ai de ne frère pas

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal: ik heb niets gegeten
A
Je n'ai jamais mangé.
B
Je n'ai pas mangé.
C
Je n'ai pas encore mangé.
D
Je n'ai rien mangé.

Slide 27 - Quizvraag

Vertaal: ik kijk nooit tv
A
Je ne regarde plus la télé
B
Je ne regarde jamais la télé
C
Je ne regarde rien la télé
D
Je regarde ne la télé jamais

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal: ik zie niemand
A
Je vois personne
B
Je ne vois rien
C
Je ne vois personne
D
Je ne vois pas personne

Slide 29 - Quizvraag

Maak de volgende zin ontkennend met "niet meer" > Elle travaille.

Slide 30 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend met "nooit" > Nous allons au cinéma.

Slide 31 - Open vraag

Et maintenant, au travail....
- Faire ensemble les exercices 11 et 13
- Pratiquer la négation avec grammaticatrainer



Slide 32 - Tekstslide

Les devoirs
- Herhalen voca 1 tot met 5 FR-NL (chp 6)
- Herhalen leçon 3 (chp 6)

Volgende les: leestoets!

Slide 33 - Tekstslide