Vrouwelijke geslachtsorganen

Vrouwelijke geslachtsorganen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

welke synoniemen ken je voor borsten

Slide 2 - Woordweb

Wat voor woorden ken jij voor het vrouwelijk geslachtsdeel

Slide 3 - Woordweb

Latijnse benaming voor baarmoeder
A
Lathyrus
B
Mammae
C
Uterus
D
Cervix

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel eicellen heeft een vrouw als ze net geslachtsrijp is?
A
3000 á 5000
B
30.000 á 50.000
C
300.000 á 500.000
D
> 1.000.000

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen primair vrouwelijk geslachtskenmerk
A
borsten
B
vagina
C
vulva
D
eileider

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de latijnse benaming voor eileider
A
Tibia
B
Fibula
C
Tubae
D
Alle antwoorden zijn fout

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ovarium
A
Vrouwelijke cyclus
B
Ligament waar de baarmoeder in "hangt"
C
Eierstok
D
Verbinding tussen eierstok en eileider

Slide 8 - Quizvraag

Tubae
Uterus
Ovarium
Oöcyt
Labia
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Eicel
Schaamlippen

Slide 9 - Sleepvraag

De ovaria hebben een dubbele functie
A
Maken oestrogeen en aldosteron aan
B
Maken aldosteron en progestron aan
C
Produceren hormonen en eicellen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag