2.4. Cellen 5 februari

 Cellen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

 Cellen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  •  Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies




Slide 2 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen
  • Celkern: regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 3 - Tekstslide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
  • Plastiden: bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
  • Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Slide 4 - Tekstslide

Plantaardige cel
Vacuole: 
Dit is een "blaasje" gevuld met vocht.

Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid.

Slide 5 - Tekstslide

Plastiden, in plantaardige cel
  • Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen of onrijp.
  • Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur (paprika, appel) 
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen (aardappel)

Slide 6 - Tekstslide

Verschil plantaardige en dierlijke cel:
Vacuole
Celwand
Plastiden als bladgroenkorrel

Slide 7 - Tekstslide

Celorganellen: de delen van een cel met een functie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke van de vier is de dierlijke cel?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het vlies om een (dierlijke) cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 12 - Quizvraag

De drie typen plastiden zijn:
A
bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Slide 13 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zijn een voorbeeld van plastiden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Welk type plastide komt veel voor in de cellen van een aardappel?
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
geen enkele

Slide 15 - Quizvraag

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, één soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht 

  1. Je maakt met z'n tweeën een collage van een dierlijke en een plantaardige cel. Benoem bij beide cellen de belangrijkste onderdelen. 
  2. Elke groep presenteert kort hun collage. 

Slide 17 - Tekstslide