8.1 je lichaam werkt

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

8.1 Alles werkt samen
Voorkennisvragen
1. Wat moet een mens doen om in leven te blijven?



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 8.1
- Je kunt van orgaanstelsels benoemen welke organen erbij horen en wat de functie is.
- Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken
- Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan. 

Slide 3 - Tekstslide

8.1 Je lichaam werkt

Slide 4 - Tekstslide

Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme

Slide 5 - Quizvraag

Cellen 
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.

Deze werken allemaal samen om je lichaam te laten werken

Onderdelen cel
Celkern, celmembraan, cytoplasma

Slide 6 - Tekstslide

Weefsel
Groep cellen met dezelfde taak en vaak dezelfde vorm.

Slide 7 - Tekstslide

Orgaan
Een groep weefsels die samen een taak uitvoeren.

Een onderdeel van je lichaam met een specifieke taak 

Slide 8 - Tekstslide

Orgaanstelsel
Een groep organen die samen een taak uitvoeren

Slide 9 - Tekstslide

Op je wisbordje. Koppel de functie aan het juiste stelsel.

1. Zorgt dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
2. Maakt voedingsstoffen kleiner zodat ze in bloed kunnen worden opgenomen
3. Laat alle organen werken en samenwerken
4. Neemt zuurstof op in het bloed en geeft koolstofdioxide af aan de lucht
5. Vervoert voedingstoffen, zuurstof en afvalstoffen.

A. Zenuwstelsel
B. Bloedvatenstelsel
C. Uitscheidingsstelsel
D. Verteringsstelsel
E. Ademhalingstelsel

Slide 10 - Tekstslide

Lezen: Hoe komen spieren aan energie (Blz. 80)
1. Welke 3 orgaanstelsels zijn betrokken bij het voorzien van energie aan de spieren?
2. In welke cellen vind verbranding plaats?
3. Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?
4. Hoe kom je van de afvalstoffen van de verbranding af?
timer
6:00

Slide 11 - Tekstslide

Samenwerking orgaanstelsels
1. Hoe werken je ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, spierstelsel, en uitscheidingsstelsel samen?

2. Welk orgaanstelsel stuurt deze samenwerking aan?


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Energie voor alle organen
Elke cel doet aan verbranding om zichzelf van energie te voorzien.

De reactievergelijking voor verbranding moet je uit je hoofd kennen!

Slide 14 - Tekstslide

Op je wisbordje: Koppel de nummers aan de juiste letters
1
2
3: wordt ver-voerd naar de cellen
4. daardoor kun je bewegen
5
6
A. ademhalingsstelsel: inademen
B.
ademhalingsstelsel: uitademen
C.
spierstelsel
D.
verteringsstelsel
E.
uitscheidingsstelsel
F.
bloedvatenstelsel

Slide 15 - Sleepvraag

Maken: Opdracht 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 --> zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof --> CO2 + water + energie

Slide 17 - Quizvraag

8.1 
Maken opdr 1 t/m 12 + Nakijken 

Slide 18 - Tekstslide