Deze les is een extra verdiepende les op het thema ARMOEDE van de film BIRTA, vertoond op het Noordelijk Filmfestival 2022. Deze les is geschikt voor groep 8.
Leerdoelen:
- De leerlingen leren een argument opbouwen.
- De leerlingen maken kennis met de structuur van een debat.
- De leerlingen oefenen met voordragen.
Meer informatie over gebruik van debat in de les is te vinden op www.schooldebatteren.nl
Instructies
Bij deze les wordt ingegaan op thema van de film BIRTA, namelijk armoede.
De leerlingen gaan aan de slag met een stelling over dit thema.
Afhankelijk van de voorkennis, kan deze debatles op verschillende manieren ingericht worden.
Alle leerlingen oefenen met het opbouwen van argumenten aan de hand van de argumentenkaart.
De uiteindelijke debatvorm wordt niet besproken in de LessonUp, dit is vrij voor de leerkracht om te organiseren in de klas.
NB: Wij willen deze lessen zo mooi mogelijk voor jullie inrichten. Ook in de toekomst. Daarom vragen wij iedereen na het gebruik van dit materiaal deze vragenlijst in te vullen. Dit kost slechts 5 minuten.
Werkbladen
Onderdelen in deze les
BIRTA (groep 8)
IJsland 2021 | 83 minuten
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
DEBAT: WAT KUN JE ERMEE?
Slide 2 - Tekstslide
Check voorkennis. Brainstorm over debat. Heeft iemand wel eens gedebatteerd? Wat is het verschil tussen een debat en een discussie? Debat heeft altijd een patroon en regels en een discussie niet (altijd). Als je goed kunt debatteren, dan kun je vaker volwassenen overtuigen van jouw mening!
DEBATTEREN
1. De film Birta heeft als thema armoede. Over zo'n onderwerp wordt in de politiek gedebatteerd.
2. In een debat overtuig je anderen met argumenten.
3. Een sterk argument heeft een duidelijke opbouw:
Argument -> Uitleg -> Voorbeeld
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
VRAAGSTUK/IDEE = STELLING
Als je wilt debatteren, heb je een goede stelling nodig.
Bijvoorbeeld: RIJKE GEZINNEN MOETEN MET ARME GEZINNEN MEEBETALEN AAN SPORTCONTRIBUTIE EN SPORTKLEDING
Een debat is een gesprek over deze stelling met de voor- en tegenstanders.
Slide 4 - Tekstslide
Geef voorbeelden van andere stellingen waarover gedebatteerd kan worden.
Probeer de leerlingen te overtuigen om nog niet al te stellig een eigen mening in te nemen.
Goede debatteerders kunnen namelijk altijd een stelling aanvallen en verdedigen ongeacht hun eigen mening. Dit moet heel vaak herhaald worden en onderbouwd met voorbeelden. Namelijk als je de argumenten van de ander kunt doorgronden, kom je beter beslagen ten ijs!
Schrijf de centrale stelling op het whiteboard zodat het voor iedereen steeds zichtbaar is. We gaan erop door!
STAP
WAT DOE JE?
HOE BEGIN JE?
A
ARGUMENT
Je noemt je argument
Mijn argument is dat....
U
UITLEG
Waarom is het zo? Waarom is dat goed/slecht?
Dat is goed/slecht want/omdat...
V
VOORBEELD
Bedenk een voorbeeld wat hierbij past. Maak het duidelijker met je voorbeeld. Gebruik je fantasie of zoek informatie op internet.
Stel je voor...
OF
Het is onderzocht dat...
Slide 5 - Tekstslide
Geef klassikaal een voorbeeld van een grappige en voor de hand liggende situatie.
Stelling: Kinderen moeten les krijgen in een klaslokaal.
In de winter wordt het buiten veel te koud om de hele dag te leren. Klappertandende meesters en juffen kunnen ook niet meer duidelijk uitleggen. Bijvoorbeeld, vorig jaar heeft een meester in Alaska een paar afgevroren tenen gekregen toen hij de kinderen buiten wilde leren rekenen. Toen kon hij daarna de klas een paar weken niet meer lesgeven.
ARGUMENT: Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter.
UITLEG: Rijke kinderen kunnen gewoon kiezen welke sport ze willen doen. Arme mensen kunnen soms niet eens een paar voetbalschoenen betalen. Met de kloof tussen rijk en arm wordt dit probleem steeds groter.
VOORBEELD: Ruim 2000 miljardairs zijn samen rijker dan 60% van de wereldbevolking! (Bron: www.oxfam.nl)
OPBOUW VOOR-ARGUMENT 1
Slide 6 - Tekstslide
De leerkracht kan dit argument voordragen als voorbeeld. Het staat ook beschreven op de argumentenkaart als eerste VOOR-argument.
ARGUMENT: Er is al een systeem.
UITLEG: Rijke mensen betalen al belasting. Het belastingsysteem in Nederland wordt steeds verbeterd en ontwikkeld. Belastinggeld kan gebuikt worden om armen te helpen. Je kunt beter de bestaande regels verbeteren dan een nieuwe regel invoeren.
VOORBEELD: Mensen hebben duidelijke regels nodig. Hoe koppel je bijvoorbeeld arme en rijke mensen? Wie moet aan wie betalen en hoeveel?
OPBOUW TEGEN-ARGUMENT 1
Slide 7 - Tekstslide
De leerkracht kan dit argument voordragen als voorbeeld. Het staat ook beschreven op de argumentenkaart als eerste TEGEN-argument.
Maak groepjes die de voor- en tegenkant vertegenwoordigen. Je eigen mening telt niet!
Je hebt al een mooi compleet VOOR-argument en TEGEN-argument cadeau gekregen.
Bekijk je argumentenkaart. Maak argument 2 ook compleet. Verzin zelf een 3e of zelfs 4e argument!
ARGUMENTENKAART INVULLEN
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De beste debatteerders verdiepen zich ook in de andere kant. Als het goed is weet je er al iets over.
Kies een argument wat je kunt ontkrachten. Dit wordt ook sterker met een goede uitleg en een voorbeeld.
DE ANDERE KANT
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Rijke gezinnen moeten met arme gezinnen meebetalen aan sportcontributie en sportkleding.
Het grote armoededebat
Slide 10 - Tekstslide
Het is belangrijk dat de leerkracht van tevoren een debatvorm heeft bedacht en optreedt als moderator. Veel succes!