B1M4 - Soorten zinnen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Welke soort zin is:
Hij nam de boot naar Spanje.

1. Bevelende zin
2. Vragende zin
3. Mededelende zin
4. Uitroepende zin

Welke soort zin is:
Kom je morgen bij me langs?

1. Wensende zin
2. Mededelende zin
3. Vragende zin
4. Uitroepende zin

Welke soort zin is:
Het is hier heel koud!

1. Bevelende zin
2. Vragende zin
3. Uitroepende zin
4. Mededelende zin

Welke soort zin is:
Had ik maar gestudeerd voor de toets Nederlands!

1. Uitroepende zin
2. Bevelende zin
3. Mededelende zin
4. Wensende zin

Welke soort zin is:
Ik ben geen grote fan van die zanger.

1. Wensende zin
2. Mededelende zin
3. Vragende zin
4. Bevelende zin

Welke soort zin is:
Ga morgen bij hem langs!

1. Uitroepende zin
2. Mededelende zin
3. Bevelende zin
4. Vragende zin

Zet om in een vragende zin:
Ik heb geen spijt van die keuze.

Zet om in een bevelende zin:
Haal jij straks die bal?

Zet om in een vragende zin:
Wat heb jij me doen lachen!

Zet om in een mededelende zin:
Eet ik niet graag snoepjes?

Zet om in een bevelende zin:
Kan je mij dat boek terug geven?

Zet om in een wensende zin:
Ik ben buschauffeur.

Zet om in een uitroepende zin:
Voel ik me gelukkig?

Zet om in een mededelende zin:
Kwam jij gisteren langs?

Noem minstens
3 soorten zinnen op
IN 1 KEER!
(meer mag ook!)

Vergeet bij de

volgende oefeningen

de HOOFDLETTER en

het LEESTEKEN

niet!

Maak een vragende zin met de woorden:
heb - een - ik - stuk - groot - gegeten - kaas

Maak een mededelende zin met de woorden:
het - waar - ik - niet - weet - ligt - boek

Maak een mededelende zin met de woorden:
bibliotheek - nieuwe - ik - gisteren - de - naar - ging

Maak een uitroepende zin met de woorden:
mooie - wat - jij - ogen - een - heb - toch

Maak een bevelende zin met de woorden:
mij - onmiddellijk - geef - bal - die - terug

GOED

GEDAAN!