A2_6
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel dagen regent het gemiddeld per jaar in Nederland?
A
tussen de 100 en 150
B
tussen de 150 en 200
C
tussen de 200 en 250
D
tussen de 250 en 300
Slide 2 - Quizvraag
grammatica
Wat klopt niet?
A
zwart - wit
B
hoog - laag
C
nat - licht
D
goedkoop - duur
Slide 3 - Quizvraag
grammatica, maak af
Welke vraag is het meest beleefd?
A
Geef de afstandsbediening alsjeblieft!
B
Mag ik van jou de afstandsbediening hebben?
C
Zou ik van jou de afstandsbediening mogen hebben?
D
Zou ik van jou misschien even de afstandsbediening mogen hebben, alsjeblieft?
Slide 4 - Quizvraag
Wat is dit? (afbeelding)
Op welke afbeelding zie je
"de schroevendraaier"?
"de schroevendraaier"?
A
B
C
D
Slide 5 - Quizvraag
wat is dit? (afbeelding)
Weet jij (...) die aflevering op Netflix (...)?
A
als, staat
B
als, zit
C
of, staat
D
of, zit
Slide 6 - Quizvraag
prepositie
Welk woord is een "het" woord?
A
verschil
B
kelder
C
emmer
D
aanbieding
Slide 7 - Quizvraag
kennis mbt Amsterdam/Nederland
Hoe heet de kroonprinses ?
A
prinses Amalia
B
prinses Alexia
C
prinses Ariane
D
prinses Maxima
Slide 8 - Quizvraag
Actualiteit
In welk land gaan Nederlanders het meest op vakantie?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
België
Slide 9 - Quizvraag
Wat is dit? (afbeelding) 2
-Vertaal-
What would you do (if you were me)
What would you do (if you were me)
Slide 10 - Open vraag
Grammatica
