N.B. Godenverering
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wie was de eerste bevolking van Rome?
A
jagers en verzamelaars
B
herders en boeren
C
nomaden
Slide 25 - Quizvraag
Het Latijnse woord voor goddelijke machten in de natuur
A
mandata
B
nomina
C
numina
D
dei
Slide 26 - Quizvraag
huis beschermen
haardvuur
goede oogst
bloei van bloemen
Flora
Ceres
Vesta
Lares
Slide 27 - Sleepvraag
De Griekse goden hebben het uiterlijk en eigenschappen van een mens. Dit heet
A
antroposofie
B
numina
C
morfologie
D
antropomorf
Slide 28 - Quizvraag
Hera
Afrodite
Zeus
Athene
Jupiter
Minerva
Juno
Venus
Slide 29 - Sleepvraag
Hoe heet de plek in de tempel waar het beeld van de god staat?
A
ara
B
cella
C
templum
D
arena
Slide 30 - Quizvraag
De Romeinse godsdienst is gebaseerd op het do ut des-principe
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 31 - Quizvraag
Do ut des betekent
A
Jij geeft opdat ik geef
B
Ik geef en jij geeft
C
Ik geef opdat jij geeft
D
Jij geeft niet, maar ik wel
Slide 32 - Quizvraag
Het Latijnse woord voor gelofte is
A
verbum
B
donum
C
bonum
D
votum
Slide 33 - Quizvraag
Een offer vond altijd plaats in het portiek van de tempel
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
Uit welke dieren bestaat een suovetaurilia?
A
Varken, schaap en koe
B
Varken, schaap en stier
C
Koe, schaap en stier
D
Koe, varken en os
