Zugspitze, Schritt 12, Periode 2, les 4

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Dienstag
der 16. Januar
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Dienstag
der 16. Januar

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
  1. Kun je het lijdend voorwerp herkennen en de juiste vorm hiervan invullen in opdrachten
  2. Kun je de geslachtsregels herkennen en het juiste lidwoord in de zin invullen.



Slide 2 - Tekstslide

Programma:
* Huiswerk nakijken / grammatica herhalen
* Uitleg geslachtsregels
* zelfstandig opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Leren:

Nieuwe grammatica: de vierde naamval
Vokabeln (S. 95)

Maken:
S10 -> Aufgabe 2, 3, 5,
S11 ->Aufgabe 1, 2, 3, 4, 6
S12 -> Aufgabe 2, 6





Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe 2 B:
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. lijdend voorwerp
5. onderwerp
6. lijdend voorwerp
7. lijdend voorwerp
8. onderwerp

Aufgabe 2C
2. einen
3. Das
4. Die
5. ein
6. Die
7. den
8. eine

Slide 6 - Tekstslide

Schritt 10, Aufgabe 3
1. humor op het schoolplein
2. B
3. A
4. C
5. A
6. nee

Slide 7 - Tekstslide

Schritt 10, Aufgabe 5 Grammatik: De vierde naamval
2. lijdend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. onderwerp
5. lijdend voorwerp
6. onderwerp
7. lijdend voorwerp
8. lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

B
2. das
3. die
4., die
5. das
6. die
7. das
8. die

Slide 9 - Tekstslide

C
C
1. einen
2. der
3. eine
4. das
5. die
6. Die
7. ein
8. Ein
9. den
10. die

Slide 10 - Tekstslide

S11, Aufgabe 1
1. Opa: 21:45 Report Mainz, 22:15 Tagesthemen, 1:40 Tagesschau, 21:00 Frontal 21, 21:45 heute-journal, 22:15 Sportstudio, 0:30 heute+
2. Oma: 20:15 Vorstadtweiber, 21:00 In aller Freundschaft, 20:15 Das Jahrhunderthaus.
3. Streit: Um 21:00 gibt es Frontal und In aller Freundschaft.
4. Zusammen: Das Leben der Anderen.

Slide 11 - Tekstslide

S11, Aufgabe 2

Slide 12 - Tekstslide

S11, Aufgabe 2

Slide 13 - Tekstslide

S11, Aufgabe 3
1. Fack ju Göhte 2
2. Hilfe, ich hab’ meine Lehrerin geschrumpft
3. Alle Jahre wieder
4. Ich bin dann mal weg

Slide 14 - Tekstslide

S11, Aufgabe 4
1. A
2. B
3. B
4. B
5. A
6. B


7. A
8. B
9. B
10. B
11. A
12. A

Slide 15 - Tekstslide

S11, Aufgabe 6

1. 16. April
2. am Dienstag und Donnerstag
3. 14
4. Englisch
5. am Mittwoch
6. lesen


7. 14:00 Uhr
8. einkaufen und ins Kino
9. am Sonntag
10. am Sonntag

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
1. Maak van Schritt 12,  Aufgabe  2 +  6
2. Maakk van Schritt 13, Aufgabe 1, 3, 4, 5, 8
3. Oefen in Study-go de woorden van Schritt 9 en Schritt 12





Slide 17 - Tekstslide

Wiederholung

Slide 18 - Tekstslide

Regels voor het bepalen van het lidwoord

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het mannelijk zelfst. naamwoord
1. Mannelijke personen ( der Bruder, der Vater)
2. Mannelijke dieren (der Kater, der Stier)
3. Dagen van de week (der Montag)
4. Maanden (der November)
5. Windrichtingen (der Norden)
6. Seizoenen (der Winter)
7. Meeste stammen van werkwoorden (der Besuch)

Slide 21 - Tekstslide

Het vrouwelijk zelfst. naamwoord
1. Vrouwelijke personen ( die Schwester, die Mutter)
2. Vrouwelijke dieren (die Katze, die Kuh)
3. Zaaknamen die eindigen op een -e ( die Schule, die Lampe)
4. Woorden die eindigen op - ei, – heit, -keit, -schaft, ung, -ion, 

(die Einheit, die Möglichkeit, die Mannschaft, die Umgebung,  die Präsentation, , die Universität, die Polizei, )

Slide 22 - Tekstslide

Het onzijdig zelfst. naamwoord
1. De het-woorden ( das Haus, das Buch)

2. De verkleinwoorden -chen, -lein (das Mädchen, das Büchlein)

Slide 23 - Tekstslide

De Hij-Hem regel
Kun je het woord (inclusief lidwoord) vervangen door HIJ dan krijg je de 1e naamval. 

Kun je het woord (inclusief lidwoord) vervangen door HEM dan krijg je de 4e naamval.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Nu eens zelf proberen
  1. Ich kenne ________ Mann (m).
  2. Das ist ____________ Mädchen (o).
  3.  ___________Onkel (m) arbeitet bei der Bank.
  4. Wir sehen __________ Hunde (mv).
  5. Das ist ___________  Dame (v).




Slide 26 - Tekstslide

Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quizvraag

Schule
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

Umgebung
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

Landschaft
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

Restaurant
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

Sommer
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

Schüler
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quizvraag

Beginn
A
der
B
die
C
das

Slide 35 - Quizvraag

Zelfstandig aan het werk
1. Maak van Schritt 12,  Aufgabe  2 +  6
2. Maakk van Schritt 13, Aufgabe 1, 3, 4, 5, 8
3. Oefen in Study-go de woorden van Schritt 9 en Schritt 12





Slide 36 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Maak van Schritt 12, Aufgabe 2 + 6
2. Maakk van Schritt 13, Aufgabe 1, 3, 4, 5, 8
3. Oefen in Study-go de woorden van Schritt 9 en Schritt 12
4. Leer de regels van het geslacht van een zelfstandig naamwoord. 







Slide 37 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kun je het lijdend voorwerp herkennen en de juiste vorm hiervan invullen in opdrachten
Kun je de geslachtsregels herkennen en het juiste lidwoord in de zin invullen.

Slide 38 - Tekstslide

Ben je goed voorbereid voor de toets van Kapitel 6?
010

Slide 39 - Poll