Evaluatie gezondheidsproject

Evaluatie gezondheidsproject
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Evaluatie gezondheidsproject

Slide 1 - Tekstslide

Gezondheid en hygiëne

Slide 2 - Tekstslide

Ik ga alleen naar de tandarts wanneer ik tandpijn heb.
A
juist
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

Poets je tanden minstens 2x per dag waarvan 1x voor het slapen gaan.
A
juist
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Het is echt belangrijk dat je telkens 2 minuten je tanden poetst.
A
juist
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Alleen onze handen wassen is niet voldoende! Het is belangrijk om onze nagels regelmatig te knippen en het vuil eronder te verwijderen.
A
juist
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

De puberteit kan ervoor zorgen dat je meer gaat zweten.
A
juist
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Je haren was je best dagelijks.
A
juist
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Gebruik een wattenstaafje of oor stokje voor het reinigen van de binnenkant van je oor.
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik dagelijks lauw water om je intieme zone te wassen.
A
juist
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik dagelijks lauw water om je intieme zone te wassen.
A
juist
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Voeding en beweging

Slide 12 - Tekstslide

In het donkergroene vak van de voedingsdriehoek staan de dierlijk voedingsmiddelen en in het lichtgroene vak de plantaardige voedingsmiddelen.
A
juist
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Je moet minstens om de ... rechtstaan volgens de bewegingsdriehoek.
A
15 min
B
30 min
C
45 min

Slide 14 - Quizvraag

verbanden

Slide 15 - Tekstslide

Bij een spiraalverband leg je de eerste winding een beetje schuin aan. Plooi na de eerste winding een tipje van de zwachtel om en breng een tweede winding aan over het tipje. Hierdoor vermijd je dat de zwachtel ...
A
te los zit
B
verschuift
C
te vast zit

Slide 16 - Quizvraag

Je breng een .........................verband aan rond de elleboog of rond de knie om een kompres op zijn plaats te houden of om steun te bieden.
A
kruis
B
spiraal
C
scharnier

Slide 17 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van ...
A
een kruisverband
B
een scharnierverband
C
een spiraalverband

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van ...
A
een kruisverband
B
een scharnierverband
C
een spiraalverband

Slide 19 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van ...
A
een kruisverband
B
een scharnierverband
C
een spiraalverband

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van ...
A
een kruisverband
B
een scharnierverband
C
een spiraalverband

Slide 21 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van ...
A
een kruisverband
B
een scharnierverband
C
een spiraalverband

Slide 22 - Quizvraag

EHBO

Slide 23 - Tekstslide

Plaats de 4 stappen van EHBO in de correcte volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Zorg voor de veiligheid
Beoordeel de toestand van het slachtoffer.
Raadpleeg gespecialiseerde hulp.
Verleen verdere eerste hulp.

Slide 24 - Sleepvraag

Waarvoor staat EHBO?

Slide 25 - Open vraag

Je ziet iemand in een brandend gebouw, wat doe je?
A
Ik ga direct naar binnen.
B
Ik kan mijn eigen veiligheid niet garanderen en ga niet naar binnen.

Slide 26 - Quizvraag

Ik mag een slachtoffer altijd verplaatsen
A
juist
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet je zeker controleren bij het slachtoffer?
A
Bewustzijn en ademhaling
B
Enkel de hartslag.
C
Bewustzijn, of de luchtweg vrij is en de ademhaling

Slide 28 - Quizvraag

Als het slachtoffer het bewustzijn verloren is, maar wel nog ademt dan leg je het slachtoffer best in stabiele zijligging.
A
juist
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

Bij het alarmeren maak je gebruik van de 3 W’s. Welke zijn de 3 W’s?
A
Wie, wat, waar
B
Wie, welke, wanneer
C
Wie, waar, wegens

Slide 30 - Quizvraag

Sleep de juiste betekenis naar de juiste afbeelding.
Uitgang
Ontvlambaar
EHBO
Defibrilator
Verzamelplaats in geval van nood

Slide 31 - Sleepvraag

Wie bel je?
Dit bel je bij brand, een ernstig ongeval met gewonden of dringende hulp van medische aard.
A
100
B
101
C
1722
D
de buren

Slide 32 - Quizvraag

Wie bel je?
Dit bel je bij een noodsituatie. Je komt terecht bij de provinciale 100-centrale van de hulpdiensten, die de politie, de brandweer of een medisch team ter plaatse kunnen sturen.
A
100
B
101
C
1722
D
112

Slide 33 - Quizvraag

Wie bel je?
Dit bel je voor dringende politiehulp.
A
100
B
101
C
1722
D
112

Slide 34 - Quizvraag

Verslavingen

Slide 35 - Tekstslide

Verslavende middelen zorgen ervoor dat we ons niet goed voelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Verslaafd zijn wil zeggen dat je een zwak karakter hebt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Een verslaving is willen stoppen, maar niet kunnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Fasen van een verslaving
Sleep de fasen van een verslaving naar het juiste niveau in de piramide.
Klik daarna op het pijltje rechts onderaan. 
Experimenteren
Regelmatig gebruik
Overmatig gebruik
Verslaafd zijn 

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

Ergonomie is afgeleid uit het Grieks. Wat betekent Ergon in het Grieks?
A
staan
B
zitten
C
bewegen
D
werk

Slide 41 - Quizvraag

Over welke ergonomie gaat het als we spreken over op een eenvoudige manier mededelingen over te maken.
A
cognitieve
B
fysieke
C
sensorische
D
gedrags

Slide 42 - Quizvraag