Oefenen H9

H9 Afweer en bescherming
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H9 Afweer en bescherming

Slide 1 - Tekstslide


Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?
A
Alleen de hoornlaag niet.
B
Alleen de kiemlaag niet.
C
Alleen de lederhuid niet.
D
Alleen de hoornlaag en de kiemlaag niet.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van kunstmatige passieve immuniteit
A
vaccinatie
B
serum
C
een ziekte doormaken
D
borstvoeding

Slide 3 - Quizvraag

Je wordt ingespoten met een verzwakt virus. Dit is een .......
A
actieve kunstmatige immunisatie
B
actieve natuurlijke immunisatie
C
passieve kunstmatige immunisatie
D
passieve natuurlijke immunisatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een auto-immuun ziekte?
A
je hebt een allergische reactie
B
je maakt teveel antistoffen aan
C
je bent gevaccineerd met het verkeerde virus
D
je witte bloedcellen vallen je eigen cellen aan

Slide 5 - Quizvraag

Op welke manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?
A
Door ze op te eten
B
Door ze uit je bloedbaan te duwen
C
Door antistoffen te maken
D
Door geheugenstoffen te maken

Slide 6 - Quizvraag

Als klein kind krijg je de DKTP-prik tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio
A
Passieve natuurlijke immuniteit
B
Passieve kunstmatige immuniteit
C
Actieve natuurlijke immuniteit
D
Actieve kunstmatige immuniteit

Slide 7 - Quizvraag

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer levert de rhesus-factor problemen op bij een zwangerschap?
A
Moeder: rh+ Kind: rh-
B
Moeder: rh+ Kind: rh+
C
Moeder: rh- Kind: rh-
D
Moeder: rh- Kind: rh+

Slide 9 - Quizvraag

Anja heeft bloedgroep 0+
Welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?

A
Alleen anti-resus
B
Alleen anti-A en anti-B
C
Zowel anti-A, anti-B als anti-resus

Slide 10 - Quizvraag

SOA's
Chlamydia
HIV
genitale herpes
Hepatitis B
Gonorroe 
Syfilis

Slide 11 - Sleepvraag

Als je met iemand zoent die HIV heeft, kun je ook HIV krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag