Cap 9 + 10

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

capítulo 9

- Los verbos reflexivos - (wed.ww.)

- La ropa + los colores

- Vergrotende/overtreffende trap

- Gerundio (wat je aan het doen bent)  

- El tiempo het weer 

capítulo 10 

- pasatiempos (hobbies)

- encontrar y quedar con personas (ontmoeten en afspreken)

- el restaurante 

Toets in week 16 (14 de abril )

Hoy es martes 4 de marzo de 2025

El Objetivo/ doel

Leren het gebruik en toepassen van het wederkerende werkwoord.

Na  de les kun je deze vorm gebruiken en herkennen .

Hoe? 

- Explicación (5 min.)

- Practicar juntos  (5 min.)

- Individual en chromebook  (10 min.)

Individual: Wb cap 9 ejer. 16 (5 min)

Corregir : ejer. 16 (5 min)

- Vocabulario : vul de werkwoorden        in  je lijst. (10 min.)

- Evaluación:   ¿Cómo has trabajado y  que has aprendido? (5 min.)

Valencia

verbos-reflexivos

Los verbos reflexivos = Wederkerende ww  

relajarse

levantarse

ducharse

concentrarse

aburrirse

llamarse

Presente = Tegenwoordige tijd: 

vóór het ww

Presente Perfecto = Voltooid tegenwoordige tijd: vóór het hulp ww

Ir + a + Infinitivo  = Toekomende tijd:

kan vóór of na de ww

De plaats van pers. vnw

Practica los verbos reflexivos

1. - https://www.spanishunicorn.co

2. - rellena  los verbos en la lista del vocabulario

3. - hacer el ejercicio Wb 16 pág. 85

Evaluación

¿Qué verbos reflexivos conoces?

¿Cómo funcionan los verbos reflexivos?

/ Me duermo

Me siento

Me acuesto

Ponerse

Me pongo

Normalmente

Por la mañana

Por la tarde

por la noche

los fines de semana

wederkerende werkwoorden

OJO

• Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: 
• despertarse (wakker worden) levantarse (opstaan)
• Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie), acostarse (ue) (naar bed gaan), vestirse(e/i) (zich aankleden)
• Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

verbos reflexivos

In het Spaans zijn er heel veel wed. ww. die in het Nederlands niet wederkerend zijn. Je herkent ze aan ´se´ achter de infinitief:

lavarse, encontrarse, peinarse, afeitarse, sentarse, aburrirse, cansarse, concentrarse, acostarse, levantarse, ponerse, recomendarse, recordarse..

Levantarse

Ducharse

Salir

Coger

Estudiar

Comenzar 

Comer

Tener

Regresar

Estudiar

Cenar 

Los verbos reflexivos 

verbos reflexivos:

  relajarse          concentrarse             cansarse                    aburrirse