Afsluiting H5: Monniken en Ridders leerdoelen + samenvattingen

Hoofdstuk 4: Monniken en Ridders
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Monniken en Ridders

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

  • Herhaling H5 aan de hand van de leerdoelen.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze opdracht:
... heb je voor jezelf kunnen noteren wat er goed en wat er minder goed ging op de vorige toets.
... weet je hoe goed je de stof van de verschillende paragrafen kent.
... Heb je laten zien dat je de leerdoelen van dit hoofdstuk kunt uitwerken.

Slide 3 - Tekstslide

Inzien toets h4
  • Tips en tops op het papiertje schrijven
  • Vragen stellen 
  • Klaar? Begin dan vast met de opdracht van deze les, begin met het lezen van de opdracht op dia 5 van de gedeelde les in lessonUp. 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Dit ga je doen:
  •  Je gaat per paragraaf de leerdoelen van de methode uitwerken. Dit doe je door het antwoord op te zoeken in je theorieoverzicht of je aantekeningen. Daarna geef je antwoord in LessonUp op de donkerblauwe dia's
  • Controleer je antwoorden met de samenvatting op de lichtblauwe dia.
  • Controleer of je aantekeningen volledig zijn met de groene dia's.

Slide 5 - Tekstslide

5.1: Leenheren en leenmannen

Slide 6 - Tekstslide

1. Hoe werd Karel de Grote een machtig koning en keizer over een groot rijk?

Slide 7 - Open vraag

2. Op welke manier bestuurde Karel zijn rijk? (Noem niet alleen de naam maar leg ook uit hoe het werkte)

Slide 8 - Open vraag

3. Hoe ontstond er politieke verdeeldheid en onveiligheid na Karels dood?

Slide 9 - Open vraag

4. Welke plaats hadden Ridders in de samenleving?

Slide 10 - Open vraag

5.1
  • Feodalisme
  • Ridders
  • Karel de Grote
  • oorzaken en gevolgen
  • betrouwbaarheid van 
    bronnen. 

Slide 11 - Tekstslide

Het Feodalisme
  • leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
  • leenman: (vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Slide 12 - Tekstslide

Het feodalisme

Slide 13 - Tekstslide

Vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen:
1. Wanneer is de bron gemaakt?
Komt het overeen met de tijd waarin het zich afspeelde?
2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
Was hij erbij? Heeft hij het gehoord van iemand die de persoon kende?
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
Wil hij bijv. de persoon heel erg positief of negatief neerzetten?

Slide 14 - Tekstslide

5.2: Europa wordt christelijk

Slide 15 - Tekstslide

1. Op welke manier werd het christendom in Nederland verspreid?

Slide 16 - Open vraag

2. Hoe werd heel Europa christelijk? (Denk aan de volgende stammen: Franken, Saksen, Friezen, Vikingen)

Slide 17 - Open vraag

3. Hoe werden de christelijke en Germaanse culturen vermengd?

Slide 18 - Open vraag

4. Waardoor waren geestelijken belangrijk in de samenleving?

Slide 19 - Open vraag

5.2
  • missionarissen
  • bekeren van heidenen
  • 5 taken van het klooster 

Slide 20 - Tekstslide

5 Taken van het klooster:
1. Onderdak bieden aan reizigers
2. Verplegen van zieken
3. Overschrijven van boeken
4. Werken in de kloostertuin
5. Lesgeven aan kinderen

Slide 21 - Tekstslide

5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 22 - Tekstslide

1. Waardoor waren boeren in de landbouwsamenleving halfvrij?

Slide 23 - Open vraag

2. Hoe was de landbouw georganiseerd?

Slide 24 - Open vraag

3. Wat waren de sociale verhoudingen? (was iedereen gelijk?)

Slide 25 - Open vraag

4. Welke handel was er?

Slide 26 - Open vraag

5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
  • hofstelsel
  • standen
  • begrippen 

Slide 27 - Tekstslide

het hofstelsel

Slide 28 - Tekstslide

Standen in de middeleeuwen:
  1. Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)
  2. Tweede standEdelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)
  3. Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Slide 29 - Tekstslide

5.4: De opkomst van de islam

Slide 30 - Tekstslide

1. Hoe ontstond de islam?

Slide 31 - Open vraag

2. Hoe ontstond het Arabische rijk?

Slide 32 - Open vraag

5.4
  • Mohammed
  • Nieuw geloof: de Islam
  • Arabische rijk
  • primaire en Secundaire bronnen.

Slide 33 - Tekstslide

Vaardigheid  primaire en secundaire bronnen.
primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt)

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link