Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4H Beco par. 3.2
3.2
Op 31/12/2018 staat de bank aan de ...(1)
Op 31/12/2019 staat de bank aan de ...(2)
A
1 linkerkant 2 linkerkant
B
1 linkerkant 2 rechterkant
C
1 rechterkant 2 linkerkant
D
1 rechterkant 2 rechterkant
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3.2
Op 31/12/2018 staat de bank aan de ...(1)
Op 31/12/2019 staat de bank aan de ...(2)
A
1 linkerkant 2 linkerkant
B
1 linkerkant 2 rechterkant
C
1 rechterkant 2 linkerkant
D
1 rechterkant 2 rechterkant
Slide 1 - Quizvraag
3.2a
Het balanstotaal per 31/12/2018 is ...(1)
Het Eigen Vermogen per 31/12/2018 is ...(2)
A
1> 460.000 2> 233.000
B
1> 460.000 2> 237.000
C
1> 462.000 2> 233.000
D
1> 462.000 2> 237.000
Slide 2 - Quizvraag
3.2b
Het EV kan zijn verminderd door ...
A
verlies prive onttrekking
B
verlies prive storting
C
winst prive onttrekking
D
winst prive storting
Slide 3 - Quizvraag
3.5g
A
5.000
B
10.000
C
15.000
D
25.000
Slide 4 - Quizvraag
3.5i
A
Verlies 33.000, want EV gedaald
B
Verlies 33.000, want EV gestegen
C
Winst 33.000, want EV gedaald
D
Winst 33.000, want EV gestegen
Slide 5 - Quizvraag
Hw.
31/12/2018
Werkplaats 235.000 Eigen Vermogen ?
Auto 15.000 6% Lening 180.000
Voorraden 154.000 Crediteuren 47.000
Debiteuren 45.000
Bank 4.000
Kas 7.000
460.000 460.000
Slide 6 - Tekstslide
Hw.
31/12/2018
Werkplaats 235.000 Eigen Vermogen 233.000
Auto 15.000 6% Lening 180.000
Voorraden 154.000 Crediteuren 47.000
Debiteuren 45.000
Bank 4.000
Kas 7.000
460.000 460.000
Slide 7 - Tekstslide
Hw.
3.2a 31/12/2019 Balanstotaal = 449.000, EV = 226.000
3.2c Vasta activa, Vlottende activa, Liquide middelen
3.2d Aciva die < 1 jaar meegaan, die binnen 1 jaar in geld om te zetten zijn
3.2e Voorraden en Debiteuren
3.2f Rentekosten, Interestkosten
Slide 8 - Tekstslide
Hw.
3.5a Gebouw, Inventaris, Auto's
3.5b Verkoop ( deel ) gebouw, Waardevermindering
3.5c Afschrijving
3.5d Aanschaf nieuwe auto
3.5e Aflossing
3.5f meer klanten op rekening gekocht
3.5h Bank + 25.000, Kas + 1.000, dus + 26.000
Slide 9 - Tekstslide
Balans opstellen
Slide 10 - Tekstslide
Balansmutaties
Veranderingen van balansposten
Slide 11 - Tekstslide
De balans moet in balans blijven
Een
stijging
van een balanspost heeft gevolgen
Een balanspost aan
dezelfde
kant
daalt
Een balanspost aan de
andere
kant
stijgt
Een combinatie van
dezelfde
kant
daalt
en de
andere
kant
stijgt
kan ook voorkomen
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt cash.
Verandering activa €0 en verandering passiva €0
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt op een later moment. (Ze koopt op rekening)
Verandering activa €1.000,- en verandering passiva €1.000,-
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,-. Ze betaalt cash €250,- en koopt de rest op rekening.
Verandering activa +€750 en verandering passiva +€750
Slide 15 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000
Slide 16 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Betaling dus bank daalt.
Crediteuren (schuld) daalt, want er wordt afgelost.
Slide 17 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Per kas gekocht goederen €1.400.
A
Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
B
Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
C
Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
D
Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400
Slide 18 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Betaling via kas, dus kas daalt.
Er wordt voorraad gekocht, dus voorraad stijgt.
Slide 19 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.
A
Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
B
Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
C
Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
D
Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400
Slide 20 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Debiteuren betalen, dus debiteuren daalt.
Ontvangen betaling via bank, dus bank stijgt.
Slide 21 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400, Eigen Vermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400, Eigen Vermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400, Eigen Vermogen-€4.800
Slide 22 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Verschil tussen verkoop en inkoop = brutowinst
Dit komt terecht in het eigen vermogen.
Slide 23 - Tekstslide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaald per kas diverse kosten €2.200.
A
Kas -€2.200 Eigen vermogen -€2.200
B
Kas -€2.200 Kosten +€2.200
C
Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
D
Kas +€2.200 Kosten -€2.200
Slide 24 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Kosten betaald per bank, dus kas daalt.
Opbrengsten en kosten komen in het eigen vermogen terecht. Bij kosten, daalt het eigen vermogen.
Slide 25 - Tekstslide
Hw.
Opgave 3.4
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4V Beco BedrStar 2.2
November 2020
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Economie par. 6.2
November 2020
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Balansmutaties en opstellen balans
Januari 2020
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling hoofdstuk 3
November 2022
- Les met
21 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H6 Mutatiebalans
Maart 2023
- Les met
24 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4V Beco BedrStar H6.1
November 2024
- Les met
25 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 1 Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Les met
30 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4