Week 3 medicijnen toedienen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
Gewenning
B
Interactie
C
Allergie
D
Verslaving

Slide 2 - Quizvraag

Opname van een geneesmiddel noemen we...
A
Excretie
B
Metabolisme
C
Distributie
D
Absorptie

Slide 3 - Quizvraag

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 4 - Quizvraag

Welke vragen stel jij jezelf bij de 5x juist regel?

Slide 5 - Open vraag

Farmacokinetiek
Farmacodynamiek
Beschrijft wat er in het lichaam met het medicijn gebeurt
Beschrijft wat het medicijn met het lichaam doet

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Welke toedieningsvormen van medicijnen ken je?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 15 - Quizvraag

Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal

Slide 16 - Quizvraag

Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Meneer Jansen heeft een longontsteking met vastzittend taai slijm. Welke medicatie geef jij aan meneer?
A
Antibiotica en antitussiva
B
Antibiotica en inhalatietherapie
C
Alleen antibiotica
D
Antibiotica en expectorantia

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide