49: stappenplan + Sinterklaas

Woche: neunundvierizg
Lernziele für heute:
1. Rückblick Lesetest
2. Wie benutze ich das Spickzettel?
3. Wie wird Nikolaus gefeiert?


Hausaufgaben:
Lernen: 1.1+5.1+6.1+7.1+7.2+8+12+13 ab Seite hundertsechsundvierzig


1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Woche: neunundvierizg
Lernziele für heute:
1. Rückblick Lesetest
2. Wie benutze ich das Spickzettel?
3. Wie wird Nikolaus gefeiert?


Hausaufgaben:
Lernen: 1.1+5.1+6.1+7.1+7.2+8+12+13 ab Seite hundertsechsundvierzig


Slide 1 - Tekstslide

In het Duits bepaalt een voorzetsel ook de naamval
3e
4e
aus
durch
bei
für
mit
gegen
nach
ohne
seit
um
von
zu
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 2 - Tekstslide

In het Duits bepaalt een voorzetsel ook de naamval
3e
4e
aus
=uit
durch
=door
bei
=bij
für
=voor
mit
=met
gegen
=tegen
nach
=na
ohne
=zonder
seit
=sinds
um
=om
von
=van
zu
=naar
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetsels bepalen de functie van een zinsdeel!
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 4 - Tekstslide

1e nv (Nominativ)
Wie (wat) + ww ? =
onderwerp
ontleden
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 5 - Tekstslide

3e nv (Dativ)
uit
aus
bij 
bei
met
mit
na,naar
nach
van, door
von
naar
zu
voorzetsels
ontleden
aan/voor + wie(wat) + ww 
+ onderwerp? =
meewerkend voorwerp
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 6 - Tekstslide

4e nv (Akkusativ)
door
durch
voor  
für
tegen
gegen
zonder
ohne
om
um
voorzetsels
Wie (wat) + ww + onderwerp? = lijdend voorwerp
ontleden
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 7 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
1. Rückblick Lesetest

Slide 8 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Lesetest Kontrollieren 

: Klas zusammen

: Test an der Tafel

: zehn Minuten

: von Fehler lernen

Slide 9 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was hast du jetzt gelernt?

Slide 10 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
1. (Hij)……kommt mit (zij)………nach Hause.
2. Das Buch ist für (hij)……………
3. Der Dokter gibt (ik)…..eine Medizin.
4. (Zij)………….schenkt (zij)…………etwas was von (jullie)……….ist.
5. (U) ………hat Information die für (wij)………..bestimmt ist?
6. Der Kellner hat (wij)…………die Speisekarte gebracht.
7. Mit (hij)……..will (ik)………nichts zu tun haben.
8. (het)………ist wichtig, dass (zij mv)…………..mitkommen

Slide 11 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
2. Wie benutze ich das Spickzettel?

Slide 12 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 13 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 14 - Tekstslide

Sie zeigen (zij)......den Weg.
A
sie 1e
B
ihr 3e
C
sie 4e

Slide 15 - Quizvraag

Ich habe (jij).........mit ihm gesehen.
A
du 1e
B
dir 3e
C
dich 4e

Slide 16 - Quizvraag

Sagen Sie dich bitte Frank zu (ik).......
A
ich 1e
B
mir 3e
C
mich 4e

Slide 17 - Quizvraag

Ohne (zij).......läuft es bei uns nicht so gut.
A
sie 1e
B
ihr 3e
C
sie 4e

Slide 18 - Quizvraag

wir wissen (het)....., aber sagen das nicht.
A
es 1e
B
ihm 3e
C
es 4e
D
das 4e

Slide 19 - Quizvraag

Er sagt (jullie)....nichts.
A
ihr 1e
B
euch 3e
C
euch 4e

Slide 20 - Quizvraag

Für (zijn).....Schwester ist es zu spät.

Slide 21 - Open vraag

(onze) .......Mutter ist schon 60.

Slide 22 - Open vraag

Sie wonht bei (haar).........Eltern.

Slide 23 - Open vraag

Ich gebe (jullie)........eine Hinweise.

Slide 24 - Open vraag

Mit der Hilfe von (u).......ist es gelungen.

Slide 25 - Open vraag

Karl und Simon sind (jullie).......Freunde.

Slide 26 - Open vraag

Wie geht es mit (uw).......Onkel?

Slide 27 - Open vraag

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 28 - Tekstslide

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
3. Wie wird Nikolaus gefeiert?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Hoe heet Sinterklaas in het Duits?
A
Sanktaklaus
B
Ruprecht
C
Nikolaus
D
Sinterklaus

Slide 35 - Quizvraag

Waar komt Sinterklaas vandaan?
A
Spanien
B
Türkei
C
Niederlande
D
Belgien

Slide 36 - Quizvraag

Wat deed Sinterklaas ooit in een laars?
A
Goldstücke
B
Geld
C
Putzmittel
D
Geschenk

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een ‘Nikolausmann’
A
De persoon die sinterklaas speelt.
B
Een man die nog in sinterklaas geloofd.
C
Een koek die je in december eet.
D
Een jongensnaam in Duitsland.

Slide 38 - Quizvraag

Hoe heet de knecht van Sinterklaas in Noord- Duitsland en hoe in Zuid-Duitsland?
A
Noord: Myra Zuid: Ruprecht
B
Noord: Krampus Zuid: Ruprecht
C
Noord: Piet Zuid: Ruprecht
D
Noord: Ruprecht Zuid: Krampus

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Wat is het verschil tussen Krampus en Nikolaus?
A
Kwaad en Goed
B
Dik en Dun
C
Dier en Mens
D
Rijk en Arm

Slide 43 - Quizvraag

Wanneer vieren Duitsers Sinterklaas?
A
5 December
B
7 December
C
6 December
D
4 December

Slide 44 - Quizvraag

Wat lijkt je zelf leuker: Sinterklaas in Nederland of Nikolaus in Duitsland?

Slide 45 - Open vraag

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Deze les leerde je:
  • Hoe goed je de leestoets maakte;
  • Hoe goed je de naamvallen beheerst;
  • Het stappenplan kennen en gebruiken;
  • Hoe Sinterklaas in Dui gevierd wordt.

Slide 46 - Tekstslide