4H 8.3 Verzuiling

Verzuiling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verzuiling

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Naar een verzuilde samenleving


Planning:
- Oefenen met chronologie
- Herhaling afgelopen donderdag 8.2
- 8.3 Verzuiling

Slide 2 - Tekstslide

Stelling: De politieke stromingen die passen bij de Restauratie zijn:
Conservatisme en Liberalisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Waarom laat koning Willem II in 1848 een grondwet opstellen?
A
Hij is het eens met de liberale ideeën
B
Hij is het eens met de conservatieve ideeën
C
Hij is geïnspireerd door de Belgische grondwet
D
Hij voelt de druk van internationale revoluties

Slide 4 - Quizvraag

Wat weet je nog?
1588-1795
1795-1806
1806-1810
1810-1813
1813- heden
Republiek der Nederlanden
Bataafse Republiek
Koninkrijk Holland
Franse provincie
Koninkrijk der Nederlanden
Democratische rechtsstaat
Constitutionele monarchie
Bestuur in handen van regenten
Koning
Lodewijk Napoleon
Invoering Code Napoléon

Slide 5 - Sleepvraag

 8.1 Conservatisme en politiek liberalisme
  • 1814 (okt) -1815 (juni): Congres van Wenen (Pruisen, Rusland, Eng. en Oostenrijk > 
  • Restauratie en machtsevenwicht in Europa, o.a:
  • België en Nederland samen in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • 'mindsets' na de Revolutie en de Napoleontische oorlogen:
  • - 'terugkeer naar een traditioneel bestuur zorgt voor stabiliteit en veiligheid' (conservatisme)
  • - 'geloof in fundamentele rechten als vrijheid van meningsuiting en vergadering' (politiek liberalisme)

Slide 6 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848


De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"

Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en 
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 7 - Tekstslide

Ministrieële verantwoordelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Grondrechten
  • Ze zijn bedacht in een tijd dat grondrechten niet vanzelfsprekend waren.
  • Het belangrijkste onderdeel, het anti-discriminatie-artikel, is Artikel 1
  • Er wordt een onderscheid gemaakt in Klassieke- en Sociale grondrechten

VB: Klassieke grondrechten: vrijheid van meningsuiting - onderwijs, - drukpers,     - godsdienst (1848)
VB: Sociale grondrechten: recht op werk, - huisvesting (1983)

Artikel 1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 9 - Tekstslide

8.2 Emancipatiebewegingen:
1.  Feministen (o.a. kiesrecht en recht op studie)

2. Socialisten (algemeen kiesrecht/sociale wetgeving zoals minimumlonen, 
    8-urige werkdag, ouderdomsverzekering) Sociaal democraten

3. Confessionelen (schoolstrijd=strijd voor de financiële
    gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs) (DEZE LES AAN DE ORDE)

4. Slaven - (strijd onvrije burger en vrije burger --> afschaffing slavenhandel en slavernij)  Abolutionisme.




Slide 10 - Tekstslide

Communisme en socialisme
Socialisten wilden meer gelijkheid bereiken door wetten (dus eerst invoering mannenkiesrecht). 

Communisten wilden meer gelijkheid bereiken door een revolutie van arbeiders --> klassenstrijd (het proletariaat).  Het communisme heeft nooit veel aanhangers in NL gehad.  


Slide 11 - Tekstslide


8.3 Verzuiling



De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten (tussen: ±1848 en ±1965)

Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen politieke partij

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
- Uitleggen dat democratische revoluties en de groeiende macht van de liberalen een positieve invloed hadden op de godsdienstvrijheid voor niet-calvinisten. 
- Met voorbeelden uitleggen van verzuiling is. 

Slide 13 - Tekstslide

De bisschoppen komen terug!
§8.3 Naar een verzuilde samenleving

Lees de casus op blz. 183

Slide 14 - Tekstslide

Waarom had Nederland bijna drie eeuwen lang geen bisschoppen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Waarom denk je dat we 'bijzondere scholen' hebben in Nederland?

Slide 17 - Open vraag

§8.3 Naar een verzuilde samenleving
Lees paragraaf §8.3 op blz. 184-185

Schrijf op wat je niet begrijpt

Slide 18 - Tekstslide

Wat begreep je niet goed over §8.3?

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in 1 zin op waar de schoolstrijd over ging.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Waarom werden de katholieken als tweederangsburgers gezien?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Verzuiling = samenleving waarin zuilen zich hebben teruggetrokken in eigen organisaties.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Confessionalisme is een politieke stroming die
A
De arbeider centraal stelt
B
Het geloof centraal stelt
C
Gelijkheid centraal stelt
D
De ondernemer centraal stelt

Slide 27 - Quizvraag

De school strijd was...

Slide 28 - Open vraag

1917:
  • Twee politieke problemen die al jaren slepen:
- Strijd voor algemeen kiesrecht
- Schoolstrijd

Pacificatie van 1917
- Algemeen kiesrecht 1917
 - subsidie Christelijk onderwijs
 - Invoering evenredige vertegenwoordiging

Slide 29 - Tekstslide

Je ziet 6 uitspraken. Enkele uitspraken zijn juist en een paar zijn onjuist. Sleep de uitspraken naar de juiste kolom.
Juist
Onjuist
Communisten willen dmv verkiezingen de macht van de kapitalisten breken
Democratisering zorgde er voor dat er geen revoluties uitbraken
De sociale kwestie ging over de achtergestelde positie van vrouwen
TIjdens het congres van Wenen werd Nederland gevormd
De eerste politieke partij van Nederland was de katholiek
Koning Willem III ondertekende de grondwet van Thorbecke

Slide 30 - Sleepvraag