De bunsenbrander

De bunsenbrander
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De bunsenbrander

Slide 1 - Tekstslide

Wat denk je te leren over de bunsenbrander?

Slide 2 - Woordweb

Hoe heet de meneer die de bunsenbrander heeft bedacht?
A
meneer Brander
B
meneer Bunsenbrander
C
meneer Bunsen
D
Meneer de vries

Slide 3 - Quizvraag

In het volgende filmpje is het belangrijk dat je let op de veiligheidsmaatregelen die de leerlingen nemen
A
Waar moet ik op letten?
B
Ik zal op de veiligheidsmaatregelen letten

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Welk antwoord is onjuist?
Tijdens het werken met een brander moet je altijd:
A
Een veiligheidsbril dragen
B
Een labjas aandoen
C
Lang haar opbinden
D
Handschoenen dragen

Slide 6 - Quizvraag

In het filmpje hierna worden
- de onderdelen van de bunsenbrander en
- de stappen van het aansteken behandeld.
A
Ok, ik zal goed op de stappen letten
B
In het filmpje hierna worden de onderdelen van de bunsenbrander en de stappen van het aansteken behandeld.Ik ga overal op letten, behalve op de stappen
C
De onderdelen en de stappen, ga ik doen!
D
Wat?

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Bekijk de afbeelding van de brander goed en beantwoord de volgende vraag:

Hoe noemt men onderdeel a?
A
Schoorsteen
B
Gasknop
C
Luchtring

Slide 9 - Quizvraag

Zonder zuurstof kan niks branden. Wanneer de luchtschijf dicht zit, gaat de brander uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

waar begin je mee voordat je de brander aansteekt?
A
Luchtring dicht, gasregelknop dicht
B
Luchtring dicht, gasregelknop open
C
Luchtring open, gasregelknop dicht
D
Luchtring open, gasregelknop open

Slide 11 - Quizvraag

1 Je steekt de brander met een lucifer aan.
2 Je draait de gasregelaar een klein beetje open.
3 De luchtring en gasregelaar zijn dicht.
4 Je draait de gaskraan op tafel open.
A
1, 3, 2, 4
B
2, 3, 1, 4
C
3, 4, 2, 1
D
1, 2, 3, 4

Slide 12 - Quizvraag

Is de volgende uitspraak waar?

De gasvlam van een brander verbruikt niet
alleen aardgas, maar ook zuurstof.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

De pauzevlam gebruik je
A
als je de brander even niet nodig hebt
B
als je iets warm wilt houden
C
als je veel moet verwarmen

Slide 15 - Quizvraag

Als je iets gaat verwarmen met de brander moet je de gele vlam gebruiken.
A
Goed, deze vlam kan je gebruiken.
B
Fout, deze vlam zorgt ervoor dat het glas zwart wordt.
C
Fout, deze vlam is te warm voor glas.
D
Goed, alleen de blauwe vlam is nog beter.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer je de brander niet gebruik om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
gele vlam
C
blauwe vlam
D
veilige vlam

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
kleurloze vlam
C
blauw ruisende vlam
D
veilige vlam

Slide 18 - Quizvraag

De 'ruisende' vlam gebruik je om...
A
Iets sterk te verhitten
B
Iets rustig te verwarmen
C
Aan te geven dat de brander het doet
D
Te laten zien dat de brander aan staat

Slide 19 - Quizvraag

Welke kleur vlam kan een brander niet maken?
A
Kleurloos
B
geel
C
Oranje
D
Blauw

Slide 20 - Quizvraag

Toepassing van de bunsenbrander
Vlamkleuring

In het volgende filmpje zie je een onderzoek naar de vlamkleuring van verschillende stoffen, al deze stoffen hebben in de vlam een andere kleur!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat heb je deze les geleerd over de bunsenbrander?

Slide 23 - Woordweb

Je bent nu klaar met de instructie
1. Open magister
2. klik op leermiddelen
3. Klik op NOVA NaSk MAX
4. Klik op Hoofdstuk 1 Wat is NaSk?
5. Maak de opdrachten van paragraaf 4 

Slide 24 - Tekstslide