1.
Jas uit (niet op de stoel of aan). In je kluis of aan de kapstok! Kom je te laat omdat je je jas moet wegbrengen: te laat-briefje!
2. Telefoon in de telefoonzak als je het lokaal
binnenkomt. Check het bord!
3. Als je geen pen hebt om mee te schrijven, dan kom je een uur na.