01. 7.1 Vraag en aanbod (7-4-25)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

H7 De arbeidsmarkt

§1: Vraag en aanbod

Ik heb klaar liggen: 

• rekenmachine,
• pen,
• papier.

Volgorde hoofdstuk 7

B	KGT
§ 1	§ 1
§ 2	§ 2
§ 3	§ 3
§ 4	§ 4
§ 5	§ 5
	§ 6

7-4

8-4

14-4

15-4

6-5

12-5

Dinsdag 20 mei 

Toets hoofdstuk 7

Volgorde hoofdstuk 8

B	KGT
§ 1	§ 1 + 2
§ 2	§ 3
§ 3	§ 4
§ 4	§ 5
§ 5	§ 6

Maandag 

Toets hoofdstuk 8

Vandaag

Hoofdstuk 7 paragraaf 1

Vraagbokaal

Huiswerk

Vraagbokaal

Einde les bedenk je een toetsvraag en die schrijf je op een papiertje (met antwoord). De beste vragen komen in de pot.

De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Doel 7.1: 

B: Ik kan uitleggen wat de vraag naar arbeid is.

B: Ik kan uitleggen wat het aanbod van arbeid is.

KT: Ik weet hoe de vraag naar en het aanbod van arbeid ontstaan.

Schrijf mee in teams

Personeel

arbeidsplaats --> betaalde baan

vacature --> een onbezette arbeidsplaats

werkgelegenheid --> alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen

WERKGELEGENHEID = VRAAG NAAR ARBEID

Op zoek naar werk

Vacature: een baan waarvoor iemand wordt gezocht 

Solliciteren: een werkgever laten weten dat jij die baan graag wilt. 

Arbeidsmarkt: vraag naar werk en aanbod van werk komen samen. 

 - vraag naar werk: bedrijven hebben werknemers nodig. 

 - aanbod naar werk: mensen die werken of op zoek zijn naar werk. 

Vacature

Als je op zoek bent naar werk, kan je reageren op een vacature. Dit noem je solliciteren.

Arbeidsplaatsen

 Alle beschikbare betaalde banen bij elkaar zijn de arbeidsplaatsen

De arbeidsplaatsen zijn bezet of onbezet. Bij onbezet is er sprake van een vacature.

Werkgelegenheid = alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen                                                                bij elkaar. 

Wat is een vacature?

1. openstaande arbeidsplaats
2. proeftijd
3. opzegtermijn
4. geschoold werk

Een arbeidsplaats die onbezet is wordt ook wel een ............ genoemd

1. Arbeidsplaats
2. Vacature
3. Bezette arbeidsplaats
4. Beroepsbevolking

Wie/wat horen er bij de werkgelegenheid?

1. Vacatures + werkenden
2. werklozen + werkenden
3. Vacatures + werklozen

Een kapsalon heeft 5 arbeidsplaatsen, waarvan er 1 onbezet is.
Wat is de werkgelegenheid?

1. 1
2. 4 (namelijk 5-1)
3. 5
4. 6 (namelijk (5+1)

Werkgelegenheid

Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en de overheid = de vraag naar arbeid

De werkgelegenheid kan:

stijgen: door nieuwe bedrijven die starten of bedrijven die uitbreiden

dalen: door bedrijven die failliet gaan of bedrijven die inkrimpen

Beroepsbevolking

Aanbod komt van de beroepsbevolking. 

Dat zijn alle mensen vanaf 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werken of actief op zoek zijn naar een baan voor minimaal 12 uur in de week.

Werklozen

Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:

Alle mensen tussen 15 en pensioenleeftijd die werken of werkloos zijn!!

Werkzame   beroepsbevolking:

Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Arbeidsmarkt

Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.

Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  

Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

in welke leeftijdsgroep kun je tot de beroepsbevolking behoren

1. 0- 20 jaar
2. 15-45 jaar
3. 15-67 jaar
4. 67 jaar en ouder

De werkgelegenheid is ......

1. de vraag naar arbeid
2. het aanbod van arbeid

Wat is de beroepsbevolking?

1. Groep personen tussen 15 en 75
2. Groep personen tussen 15 en 65
3. Alle werkende en niet werkende mensen
4. geen van bovenstaande antwoorden

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid wanneer een bedrijf failliet gaat?

1. Stijgt
2. Daalt

werknemer

werkgever

aanbod van arbeid

vraag naar arbeid

Sleep de woorden rechts naar de juiste plek

Post nl. hoeft geen nieuw personeel nodig .

Het bedrijf heeft geen

Sterker nog: Post nl onslaat mensen

De                                        neemt bij
PostNL af.  

De ontslagen werknemers horen, ook al
hebben ze geen werk meer, toch nog bij de                                        

De ontslagen werknemers gaan op zoek naar ander werk. 

 Zij bieden zich aan op de arbeidsmarkt en horen
daarom bij het

vacatures

vraag naar arbeid

aanbod van arbeid

beroepsbevolking

Alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar opgeteld noem je de:

1. Arbeidsmarkt
2. Beroepsbevolking
3. Werkeloosheid
4. Werkgelegenheid

Rekenvaardigheden

Ik let er op dat ik:

• Een berekening geef
• De eenheid erbij zet: €
• Een komma zet ipv een punt
• 2 cijfers achter de komma zet

Rekentrainer B 6.1

Antwoord lesdoel(en)

Vraagbokaal

Bedenk een (toets)vraag en schrijf die op een papiertje 

(met antwoord). 

De beste vragen komen in de pot.

De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Samenvatting B

Samenvatting T

B

Leren en maken:

Hoofdstuk 7 paragraaf 1

KT

Leren en maken:

Hoofdstuk 7 paragraaf 1

Huiswerk

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Overige dia's

film 15 minuten

De arbeidsmarkt

Waaruit bestaat de beroepsbevolking?

1. Mensen die op zoek zijn naar een baan in de marktsector
2. Mensen die een baan hebben in de collectieve sector
3. Mensen die betaald werk hebben in de collectieve of marktsector
4. Mensen die betaald werk hebben of op zoek zijn naar een baan

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid bij mechanisatie en automatisering?

1. Neemt toe
2. Neemt af
3. Blijft gelijk

Wat is een vacature

1. Een baan die niet beschikbaar is
2. Een waar die onbeschikbaar is
3. Een openstaande baan waar niemand voor gezocht wordt
4. Een openstaande baan waar iemand voor wordt gezocht.