Unité 1, 2,3 - havo/vwo 1 - civilisation

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


Unité 1 : Bonjour !



In stilte lezen page 12 +13








timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel mensen spreken Frans over de hele wereld?
A
minder dan 100 miljoen
B
meer dan 350 miljoen
C
minder dan 200 miljoen
D
meer dan 200 miljoen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen monument uit Parijs?
A
La Tour Eiffel
B
L'arc de Triomphe
C
La Canebière
D
La pyramide du Louvre

Slide 5 - Quizvraag

Welke vlag is van Frankrijk?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Welke dier is het symbool van Frankrijk?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

welke sport wordt beoefent tijdens de "Tour de France"?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

timer
1:00
Welke landen ken je waar
Frans wordt gesproken

Slide 9 - Woordweb

timer
1:00
Welke beroemde Franse merken,
producten of
gerechten kun je noemen?

Slide 10 - Woordweb

Hoe noemen ze in Frankrijk
'zwarte zaterdag'?
A
mercredi noir
B
dimanche noir
C
vendredi noir
D
samedi noir

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video


Unité 2 : Moi et les autres



In stilte lezen page 46 + 47








timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

De Franse ouders zijn vaak strenger dan de Nederlandse ouders.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 14 - Quizvraag

De Franse kinderen mogen de tafel verlaten waneer zij klaar zijn.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 15 - Quizvraag

De verjaardag van een Frans kind is een heel groot feest.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 16 - Quizvraag

Familiefeesten zijn erg belangrijk in Frankrijk.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer er in Frankrijk een bébé (baby) wordt geboren, trakteren de ouders met snoepjes
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

De Franse vinden het fijn als de gordijnen open zijn.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 20 - Quizvraag

Aan de telefoon neemt een Fransman op met zijn naam.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 21 - Quizvraag

Als je afspreekt bij een Franse familie wordt er verwacht dat je bij hun komt eten.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 22 - Quizvraag

De lunch is de belangrijkste maaltijd van de dag.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 23 - Quizvraag

Op zondag wordt er niet geluncht in Frankrijk.
A
Vrai (waar)
B
Faux (niet waar)

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent "âllo" in het Nederlands?

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent "Bon anniversaire" in het Nederlands?

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent "bébé" in het Nederlands?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent "papi et mamie" in het Nederlands?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video


Unité 3 : Après les cours



Lire: page 78 + 79

En silence!









timer
3:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hoe oud ben je als je in Frankrijk naar de middelbare school gaat?
A
10 jaar
B
11 jaar
C
12 jaar
D
13 jaar

Slide 32 - Quizvraag

l'école maternelle
l'école primaire/élémentaire
le collège
le lycée

Slide 33 - Sleepvraag

Hoe heet het eindexamen in het Frans?
A
redoubler
B
élèves
C
le lycée
D
le bac

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn 'élèves'?
A
begin van het nieuwe schooljaar
B
docenten
C
leerlingen
D
cijfers

Slide 35 - Quizvraag


Wat zou het cijfer in Nederland zijn?
A
6
B
7
C
8
D
10

Slide 36 - Quizvraag

timer
1:00
Welke verschillen kunnen jullie noemen tussen het NL en FR schoolsysteem?

Slide 37 - Woordweb