In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
LAPTOP DICHT OP TAFEL!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Korte kringloop
Lange kringloop
Slide 3 - Tekstslide
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier
Slide 4 - Sleepvraag
De korte waterkringloop
Verdamping
Neerslaan
Koken
Slide 5 - Sleepvraag
Water in beweging
Water wordt dus aangedreven door de zon. Hierdoor komt de kringloop op gang.
Water is er in drie soorten
vast (ijs of sneeuw)
vloeibaar (water of regen)
gasvormig (waterdamp)
Slide 6 - Tekstslide
Welke begrippen herken je?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Verzilting in Nederland
Noem:
Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal.
Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale(wereldwijde) schaal.
Slide 9 - Tekstslide
Noem: Een natuurlijke oorzaak voor verzilting in de zomer. Een menselijke oorzaak voor verzilting op lokale schaal. Een menselijke oorzaak voor verzilting op globale (wereldwijde) schaal.
Slide 10 - Open vraag
ANTWOORDEN
Verdamping
Te veel (zoet) water oppompen
Zeespiegelstijging door versterkt broeikaseffect
Slide 11 - Tekstslide
Hou je boek gesloten.
- Geef per nummer het juiste begrip, bij nummer 3 horen 2 begrippen.
Door wegpompen zoet water komt dieper gelegen brak / zout water omhoog.
Slide 15 - Tekstslide
AQUIFERS
Door leeghalen aquifer (dicht bij zee) kan zout water de aquifer instromen.
Slide 16 - Tekstslide
(Verkeerde) IRRIGATIE
Bij verkeerde irrigatie verdampt veel water. Zouten uit het (zoete) water blijven achter.
Slide 17 - Tekstslide
RIVIEREN
Als het waterpeil in de monding van rivieren laag staat (door droogte / stuwdammen) kan water uit de zee binnendringen. (Kan ook door zeespiegelstijging)
Slide 18 - Tekstslide
Noem gevolgen van de aanleg van de drieklovendam.
(5 stroomopwaarts & 4 stroomafwaarts)
Slide 19 - Tekstslide
STROOMOPWAARTS (5)
Meer irrigatiewater
Groot gebied overstroomt --> mensen moeten verhuizen, cultuurschatten gaan verloren, natuur verdwijnt
Meer vervuiling
Minder vis(soorten)
Meer scheepvaart
STROOMAFWAARTS (4)
Minder overstromingen
Minder afzetting van vruchtbaar slib
Minder vis(soorten)
Meer scheepvaart
Slide 20 - Tekstslide
Hoe noem je de schommelingen in de waterafvoer
A
debiet
B
regiem
C
evaporatie
D
verval
Slide 21 - Quizvraag
Heel Nederland ligt onder de zeespiegel
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De waterkringloop begint met.......
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Infiltratie
D
Erosie
Slide 23 - Quizvraag
De rest van de les
De volgende les is de laatste les.
Check alles, stel je vragen, oefen!! En laat mij vooral weten wat je eventueel nog wilt als herhaling.