6.2 Internationale contacten

Vandaag
Paragraaf 6.2
Globalisering
Import en export
EU
Sectoren
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Paragraaf 6.2
Globalisering
Import en export
EU
Sectoren

Slide 1 - Tekstslide

Globalisering?
Globaal = de wereld

Globalisering is het uitwisselen van mensen, spullen, geld en kennis over de hele wereld.

Slide 2 - Tekstslide

Globalisering
Globalisering is de wereldwijde economische, pollitieke en culturele intregratie
Dat betekent --> de wereld komt steeds meer met elkaar in contact
De relatieve afstanden worden 'kleiner'

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor neemt de relatieve afstand af en blijft de absolute afstand gelijk?

Slide 5 - Tekstslide

Globalisering
  • Nederland heeft veel met het buitenland te maken
  • Niet alleen goederen
  • Geld en kennis
  • Cultuurkenmerken
  • De kebab zaak op de hoek
  • Globalisering
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welk begrip?
Alles wat je hebt aangeleerd.
A
Gedrag
B
Globalisering
C
Cultuur
D
container

Slide 9 - Quizvraag

Globalisering zorgt voor steeds meer onderlinge contacten
A
ja
B
nee
C
in rijke landen
D
in arme landen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe neemt globalisering niet toe?
A
Door internet
B
Door telefonie
C
Door vliegtuigen
D
Door bevolkingsgroei

Slide 11 - Quizvraag

Door globalisering kunnen wij iPhones, Samsungs, Sony's en Huawei's kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip?
Steeds verdergaande uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie over de hele wereld
A
Cultuur
B
Globaal
C
Cultralisering
D
Globalisering

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Handelsbalans

Import/invoer: Alle producten die een land binnenkomen
Export/uitvoer: Alle producten die het land uitgaan

Slide 15 - Tekstslide

Wat is import?
A
Het uitvoeren van goederen
B
Het samenvoegen van producten
C
Het invoeren van goederen
D
Het verspreiden van goederen

Slide 16 - Quizvraag

Uitvoer = export
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Onze kleren worden gemaakt in Azië -> goedkoop.

Wij halen die kleren naar Nederland:
Import

Slide 18 - Tekstslide

Wij verkopen bloemen aan andere landen.

Dat heet export.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe heet het als je schoenen uit het buitenland besteld die worden bezorgd bij jouw huis.
A
Import
B
Export

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Verschillende soorten bedrijven doen aan exporteren en importeren:

- Landbouw (bloemen)
- Industrie (kleren)
- Diensten (kennis)
.
.
.
.
.
.
High tech is ook industrie

Slide 22 - Tekstslide

De Europese Unie
28 Europese landen die met elkaar samenwerken, voor vrede en welvaart vormen samen de EU
Door open grenzen en de euro is handel tussen de EU-landen heel makkelijk

Slide 23 - Tekstslide

EU
Vrij verkeer van goederen, mensen en geld tussen landen in de EU
De binnengrenzen zijn 'zacht': die kun je gemakkelijk passeren.
De buitengrenzen zijn 'hard: je komt niet zo maar binnen.

Slide 24 - Tekstslide

eurozone
19 landen waarin de euro de valuta is. hierdoor kan je makkelijker prijzen vergelijken en hoef je geen geld te wisselen.
Dit zijn dus niet alle landen van de EU!

Slide 25 - Tekstslide

Europese integratie
Vrij verkeer van goederen, mensen en geld leidt uiteindelijk tot globalisering!​

Europese integratie: ontwikkeling om in Europa tot meer eenheid te komen.​

Slide 26 - Tekstslide

De Europese Unie
  • Internationale contacten
  • Europese Unie
  • Vrede en welvaart
  • Open grenzen
  • Handel, reizen en betalen
Europese organisatie waarin 28 landen samenwerken voor vrede en welvaart
Grens die makkelijk te passeren is en waar geen formulieren gecontroleerd hoeven te worden en waar niet betaald hoeft te worden

Slide 27 - Tekstslide

Door de EU kunnen we in Nederland veel geld verdienen

Al het verdiende geld in een jaar bij elkaar, heet het
bruto nationaal product
(bnp)

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling en afronden paragraaf 6.2

Slide 29 - Tekstslide

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)
Grens die makkelijk te passeren is en waar geen formulieren gecontroleerd hoeven te worden en waar niet betaald hoeft te worden
Levering van producten en diensten aan een ander land. Heet ook uitvoer
Export
Globalisering
Open grens

Slide 30 - Sleepvraag

Globalisering
Globalisering is de wereldwijde economische, pollitieke en culturele intregratie
Dat betekent --> de wereld komt steeds meer met elkaar in contact
De relatieve afstanden worden 'kleiner'

Slide 31 - Tekstslide

De Europese Unie
28 Europese landen die met elkaar samenwerken, voor vrede en welvaart vormen samen de EU
Door open grenzen en de euro is handel tussen de EU-landen heel makkelijk

Slide 32 - Tekstslide

eurozone
19 landen waarin de euro de valuta is. hierdoor kan je makkelijker prijzen vergelijken en hoef je geen geld te wisselen.
Dit zijn dus niet alle landen van de EU!

Slide 33 - Tekstslide

Europese integratie
Vrij verkeer van goederen, mensen en geld leidt uiteindelijk tot globalisering!​

Europese integratie: ontwikkeling om in Europa tot meer eenheid te komen.​

Slide 34 - Tekstslide

primaire sector
landbouw (veeteelt, tuinbouw, akkerbouw, bosbouw) 

Slide 35 - Tekstslide

Primaire sector
Het werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald -> landbouw.

Belangrijk voor de Nederlandse export!
Denk aan: kaas, melkpoeder, tomaten, paprika’s etc.

Slide 36 - Tekstslide

secundaire sector
industrie, hightechproducten, grondstoffen

Slide 37 - Tekstslide

Secundaire sector
Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt -> industrie.

Maar ook: bouwbedrijven en de elektriciteits-, gas- en waterleidingbedrijven.

Slide 38 - Tekstslide

Secundaire sector in Nederland
In Nederland vooral hightechproducten: producten die gemaakt zijn met toepassing van hoogstaande technische kennis.

Grondstof is hier kennis die nodig is.

Slide 39 - Tekstslide

tertaire sector
dienstensector

Slide 40 - Tekstslide

Tertiaire sector
Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bedrijven in deze sector leveren diensten.
Handel, financiële diensten etc.
Bijvoorbeeld kennis over het bouwen van dijken!

Slide 41 - Tekstslide

Globalisering zorgt voor toename van export en import.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Vrij verkeer van goederen is in heel Europa mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Gelijke wetten en regels horen bij Europese integratie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Er zijn 18 landen met de euro als officieel betaalmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Globalisering is het altijd doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Import is het uitvoeren van producten uit een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quizvraag