Les 12 2H schooljaar 2024/25 (kw 42)

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hallo Klasse 2H1

Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
Respect voor elkaar .
 Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil!!!!!!!!!
Hand opsteken als je iets wilt vragen. 
Altijd boeken en schrift mee!
Geen laptop (tenzij nodig voor de les)
Actieve werkhouding in de les. 
Algemene schoolregels

Slide 3 - Tekstslide

Das Programm
Wiederholung 
het voltooid deelwoord





Slide 4 - Tekstslide

Diktat
Schreibe in de in Heft!
5 Wörter buchstabieren
5 Wörter diktieren

Slide 5 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Het zwakke werkwoord

Er (feiern)
A
feierne
B
feiernt
C
feier
D
feiert

Slide 7 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden:
Ich _____ viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 8 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.
A
leben
B
lebst
C
lebe
D
lebt

Slide 9 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Du _____ doch Lisa?
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heißst

Slide 10 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Berlin.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst

Slide 11 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Du _____ doch Lisa?
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heißst

Slide 12 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord /  Partizip
Wat is een voltooid deelwoord?
Hoe maak je dat in het Nederlands?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

het voltooid deelwoord van wohnen
A
wohnt
B
gewohnd
C
gewohnt
D
gewohnet

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'besuchen'
A
besucht
B
gebesucht
C
besuchen
D
gebesuchen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
spielen
A
gespielen
B
bespielt
C
bespielen
D
gespielt

Slide 22 - Quizvraag

voltooid deelwoord: fragen
A
fragen
B
gefragt
C
gefraget
D
fragt

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
spazieren
A
spazieren
B
gespazieren
C
spaziert
D
gespaziert

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de voltooide deelwoorden?

A
Freiheit
B
gebadet
C
geschrieben
D
heiß

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
rutschen
A
gerutst
B
gerutscht
C
rutschen
D
gerutschen

Slide 26 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van 'öffnen'
A
geöffnt
B
öffnet
C
öffnetet
D
geöffnet

Slide 27 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van kaufen is...
A
gekaufd
B
gekauft
C
gekaufent
D
gekaufend

Slide 28 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van tanzen is...
A
getanzen
B
getanzt
C
getanzd
D
getanzed

Slide 29 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van sein is:
A
gewest
B
gewezen
C
gewesen
D
geworden

Slide 30 - Quizvraag

Wir üben zusammen
Im Buch

Seite 59
Aufgabe 11

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
Woorden & Grammatica leren!!
 Kapitel 1 







Slide 32 - Tekstslide

Ausblick zur nächsten Stunde
  • klein Oefentoets
  • Kapitel 2- Köln







Slide 33 - Tekstslide

Fragen? fragen!

Slide 34 - Tekstslide

Tschüss, bis zum nächsten Mal!

Slide 35 - Tekstslide