2H3 - Past simple / Present perfect

What is the past simple form of 'to buy'?
1 / 32
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

What is the past simple form of 'to buy'?

Slide 1 - Open vraag

What is the past participle of 'to choose'?

Slide 2 - Open vraag

What is the past simple form of 'to bite'?

Slide 3 - Open vraag

What is the past participle of 'to come'?

Slide 4 - Open vraag

What is the past simple form of 'to feel'?

Slide 5 - Open vraag

What is the past participle of 'to drink'?

Slide 6 - Open vraag

Lesson goal
  • At the end of class, you can distinguish between past simple and present perfect in form and function, and fill the correct tense in gap-fill exercises. 
  • At the end of class, you can recognize and conjugate past simple and present perfect.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer moet je past simple gebruiken in een Engelse zin? (Wees specifiek!)

Slide 8 - Open vraag

PAST SIMPLE
Je moet past simple gebruiken als iets in het verleden is gebeurd, en het is belangrijk + bekend wanneer het is gebeurd. 

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer moet je present perfect gebruiken in een Engelse zin?

Slide 10 - Open vraag

PRESENT PERFECT
Je moet present simple gebruiken:
  1. als iets in het verleden is gebeurd, en het is NIET belangrijk / bekend wanneer
  2. als iets in het verleden is begonnen, en het gaat nog steeds door (for, since)
  3. als iets in het verleden is gebeurd, en je ziet nu resultaat
  4. als iets net of nog niet is gebeurd (just, recently, yet, never)

Slide 11 - Tekstslide

PAST SIMPLE

  • Verleden, WEL belangrijk/bekend wanneer
  • Afgelopen in het verleden
PRESENT PERFECT

  • Verleden, NIET belangrijk/bekend wanneer
  • Kan nog steeds voortduren (de actie zelf, of het resultaat ervan)

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je past simple? (Bevestigend, ontkennend,
vragend)
timer
2:30

Slide 13 - Open vraag

PAST SIMPLE
Bevestigend:
regelmatig: WW  + ed
onregelmatig: eigen vorm

Ontkennend
did + not (= didn't) + HELE werkwoord

Vragend:
(vraagwoord +) did + onderwerp + HELE werkwoord

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je present perfect?
(Bevestigend, ontkennend,
vragend)
timer
2:30

Slide 15 - Open vraag

PRESENT PERFECT
Bevestigend:
has / have + VOLTOOID DEELWOORD (ww + ed / eigen vorm)

Ontkennend:
has / have + not (hasn't / haven't) + VOLTOOID DEELWOORD

Vragend:
(vraagwoord +) has / have + onderwerp + VOLTOOID DEELWOORD

Slide 16 - Tekstslide

PAST SIMPLE

  • to do (did)
  • hele werkwoord

Onregelmatige werkwoorden (pagina 149/150): rij 2
PRESENT PERFECT

  • to have (has / have)
  • voltooid deelwoord

Onregelmatige werkwoorden
(pagina 149/150): rij 3

Slide 17 - Tekstslide

I have seen the movie.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 18 - Quizvraag

Has she ever been to India?
A
Present perfect
B
Past simple

Slide 19 - Quizvraag

I got a letter from her two days ago.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 20 - Quizvraag

When did she become a teacher?
A
Present perfect
B
Past simple

Slide 21 - Quizvraag

William _____ (tidy / already)
up his room.

Slide 22 - Open vraag

I _______ (finish / just) my homework.

Slide 23 - Open vraag

Collin ______ (not / go) on holiday last year.

Slide 24 - Open vraag

What time _______ (you / get) up today?

Slide 25 - Open vraag

PAST SIMPLE
  • Alle tijdsbepalingen
  • Vragen met when
PRESENT PERFECT
  • for
  • yet
  • never
  • ever
  • just
  • already
  • since

Slide 26 - Tekstslide

Assignment
Do the 'Past simple vs. present perfect' assignment on GoFormative.

www.goformative.com/join
Class code: LLAZ82


Slide 27 - Tekstslide

Homework
Friday 19 February
- Study words lesson 4 (Dutch to English)
- Study grammar 5.4 (Past simple vs. present perfect)
- Study irregular verbs 1-25 (to be - to to hurt)
- Finish 'Past simple vs. present perfect' assignment on GoFormative.
www.goformative.com/join (Class code: LLAZ82)


Slide 28 - Tekstslide

What auxiliary (=hulpwerkwoord) is used for past simple?

Slide 29 - Open vraag

What auxiliary (=hulpwerkwoord) is used for present perfect?

Slide 30 - Open vraag

When do you use past simple in English?

Slide 31 - Open vraag

When do you use present perfect in English?

Slide 32 - Open vraag