Les 38.1 - leerdoel 3

Leerdoel 3 - les 7
Lesplanning:
  1. Bespreken check leerdoel 2
  2. Uitleg cyclotron
  3. Werken aan leerdoel 3 (25 min)
  4. Klassikaal: examenopgave massaspectrometer
  5. Afsluiting: het noorderlicht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoel 3 - les 7
Lesplanning:
  1. Bespreken check leerdoel 2
  2. Uitleg cyclotron
  3. Werken aan leerdoel 3 (25 min)
  4. Klassikaal: examenopgave massaspectrometer
  5. Afsluiting: het noorderlicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Uitwerking 
check leerdoel 2
vraag a





Voorbeeld:
Binnen in een geleider is het elektrisch veld nul. Deeltjes ondervinden dus geen elektrische kracht in de buisjes, de snelheid is daar contant. Tussen de buisjes heerst wel een elektrisch veld en ondervinden de deeltjes wel een kracht en dus een versnelling. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking check leerdoel 2 - vraag b



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Uitwerking 
check leerdoel 2
vraag c



  • s = v * t

  • v = 1643651 m/s

  • t = 1/ 2 T
      T = 1 / f = 1/ (2,7*10⁶)
                      = 3,70370·10⁻⁷ s.
       t = 1,85185·10⁻⁷ s

  • s = v * t = 1643651 * 1,85185·10⁻⁷
                      = 30 cm

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking check leerdoel 2
vraag d



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cyclotron
  •  Magneetveld loodrecht op het cirkeloppervlak zorgt ervoor dat de deeltjes in een cirkelbaan bewegen.
  • Elektrisch veld (versnelspanning) tussen de twee helften zorgt ervoor dat de deeltjes versnellen. 
  • Wisselspanning.
  • o.a. produceren medische isotopen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De deeltjes in een cyclotron bewegen van ...
A
A naar B
B
B naar A

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een negatief deeltje wordt versneld in de cyclotron.
De noordpool bevindt
zich ...
A
onder
B
boven
C
links
D
rechts

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ⁴He²⁺ ion beweegt met een bepaalde snelheid in een homogeen
magnetisch veld. Het ion beschrijft een cirkelbaan met straal r4.
In hetzelfde veld beweegt ook een ³He+ ion met een twee keer zo grote snelheid.
Vergelijk de straal r4 van het ⁴He2+ ion met de straal r3 van het ³He+ ion.
Wat is juist?
A
r3 is 6 keer zo groot als r4.
B
r3 is 4 keer zo groot als r4.
C
r3 is 3 keer zo groot als r4.
D
r3 is 2 keer zo groot als r4.

Slide 9 - Quizvraag

lading 2x zo groot
snelheid 2x zo groot
massa 3/4
Aan de slag
Afronden leerdoel 3 - volgens de studiewijzer
Vandaag is het les 7. 
Bij aanvang van les 8 inleveren check leerdoel 3.
timer
25:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massaspectrometer (2010-1)
Lood in ertsen uit mijnen bestaat voornamelijk uit de isotopen lood-206,
lood-207 en lood-208. De herkomst van lood in loden voorwerpen is daarom
vaak te bepalen uit de verhouding waarin deze isotopen voorkomen.
Om na te gaan of een bepaalde isotoop in een stofmengsel aanwezig is, kan
een massaspectrometer gebruikt worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het stofmengsel wordt eerst gasvormig gemaakt en daarna onder lage druk in de ionisatieruimte (1) gebracht. De geïoniseerde moleculen of atomen komen
vervolgens in een vacuümruimte (2). Hierin worden ze door een elektrisch veld versneld. In ruimte (3) worden ze door een magnetisch veld afgebogen en ten slotte in punt Q gedetecteerd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een mengsel met éénwaardige positieve ionen van lood-206,
lood-207 en lood-208 komt met een te verwaarlozen
beginsnelheid in ruimte (2). De ionen worden in het
elektrisch veld tussen de platen A en B versneld. Tussen B
en P veranderen de snelheden niet meer.
Beredeneer welke van de drie isotopen in P de grootste
snelheid heeft.
A
lood-206
B
lood-207
C
lood-208

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervolgens worden de deeltjes afgebogen door het
magnetisch veld. De ionen doorlopen een halve cirkelbaan.
Bepaal de richting van het magnetisch veld in ruimte (3).
A
Naar links.
B
Naar rechts.
C
Het papier in.
D
Het papier uit.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig om
voor het noorderlicht?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke richting loopt
het magneetveld?
A
Van boven naar beneden.
B
Van beneden naar boven.
C
Van links naar rechts.
D
Van rechts naar links.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies