Preteaching the Past

Preteaching the Past
In deze LessonUp ga je alvast aan de slag met een aantal opdrachten over de Past (de verleden tijd), om te zien wat je hier al/nog van weet!
Good Luck
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Preteaching the Past
In deze LessonUp ga je alvast aan de slag met een aantal opdrachten over de Past (de verleden tijd), om te zien wat je hier al/nog van weet!
Good Luck

Slide 1 - Tekstslide

Grammar 
Past tenses



Because: When you write in your diary, you talk about the past :)

Slide 2 - Tekstslide

Past Simple              (v.t.)

Wanneer:              Verleden tijd (afgerond)

                                  (yesterday, a week ago)


Hoe:                       Werkwoord + ED

Onregelm.   -->  Rij 2    

Bij X:               --> Didn't + werkwoord (ZONDER ED)

Bij ?:               --> Did + werkwoord (ZONDER ED)      

I walked

He ran

We didn't walk

Did you run?


Slide 3 - Tekstslide

I ... (phone) my friend last night.

Slide 4 - Open vraag

I ... (call) my friend last night.

Slide 5 - Open vraag

I ... (ring) my friend last night.

Slide 6 - Open vraag

Irregular Verbs
Remember?


Slide 7 - Tekstslide

I ... (be) at school yesterday.

Slide 8 - Open vraag

I ... ... (not eat) pizza last week.

Slide 9 - Open vraag

... you ... (watch) the football match yesterday?

Slide 10 - Open vraag

Past Continuous

Wanneer:       Was in het verleden aan de gang


Hoe:                Was/Were + werkwoord met -ING

Bij X:        --> Wasn't/Weren't + werkwoord met -ING

Bij ?:        --> Was/Were vooraan in de zin, + ww met -ING    

I was walking                                 Was he walking?

We weren't walking                     Were you walking?

Slide 11 - Tekstslide

Past Continuous

Wanneer:       Was in het verleden aan de gang


Hoe:                Was/Were + werkwoord met -ING

Bij X:        --> Wasn't/Weren't + werkwoord met -ING

Bij ?:        --> Was/Were vooraan in de zin, + ww met -ING    

I was walking                                 Was he walking?

We weren't walking                     Were you walking?

Slide 12 - Tekstslide

Past Simple + Past Continuous

- Komen vaak samen voor in 1 zin

- Er is dan iets aan de gang (P.C.), en dat wordt onderbroken door een (korte) actie (P.S.)

- Vaak staat het woord when of while dan in de zin:


         I was walking, when a pidgeon attacked me!

        While I was walking, a pidgeon attacked me!

Slide 13 - Tekstslide

I ...... with my friends when it started to rain
A
hung out
B
was hanging out

Slide 14 - Quizvraag

Leila was playing tennis when she ......
her ankle
A
hurt
B
was hurting

Slide 15 - Quizvraag

Last night we ...... tv when my dad came home
A
watched
B
were watching

Slide 16 - Quizvraag

When I .... into the canteen everyone was talking
A
walked
B
was walking

Slide 17 - Quizvraag

When she was swimming in the sea she ..... a huge shark
A
saw
B
was seeing

Slide 18 - Quizvraag

They were sleeping when the car alarm ...... off.
A
went
B
was going

Slide 19 - Quizvraag

I ...... when I met my classmate Kate
A
shopped
B
was shopping

Slide 20 - Quizvraag

Gio .... in the gym when his phone rang
A
worked out
B
was working out

Slide 21 - Quizvraag

All Done!

Slide 22 - Tekstslide