Nederlands uitleg boekverslag

Uitleg boekverslag 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Uitleg boekverslag 

Slide 1 - Tekstslide

Het boekverslag
Aan het eind van deze les heb je antwoord gekregen op de volgende vragen:

  • Wat moet er in het boekverslag?
  • Wanneer moet het worden ingeleverd?
  • Hoe lever ik het in?

Slide 2 - Tekstslide

Leesboek Nederlands
Lees je boek zo snel mogelijk uit, liefst voor eind april

Als je je boek uit hebt, start dan met het maken van het verslag. Tijdens het lezen kun je alvast over de onderdelen van het verslag nadenken. Als je heel slim bent, begin je vast met het maken van een Word-document op je computer. 

Slide 3 - Tekstslide

Open op SOM de bijlage voor deze week. Lees die goed door en stel eventuele vragen hierover. Je kunt ze hieronder opschrijven.

Slide 4 - Open vraag

Het voorblad
Dit staat erop:
- afbeelding/plaatje/foto van jouw boek;
- jouw naam;
- de titel van het boek;
- naam van de schrijver;
- jouw klas en naam van de juf of meester;
- datum van inleveren (= 29 mei 2020)

Slide 5 - Tekstslide

De inhoudsopgave 
 In een inhoudsopgave kun je snel en overzichtelijk de paginanummers van de hoofdstukken zien. 

Maak een inhoudsopgave voor jouw boekverslag. Neem hier een apart A4 voor. Als je helemaal klaar bent met je verslag, kun je de bladzijdenummers erbij zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

De zakelijke gegevens
  • Naam van de schrijver
  • Titel van het boek
  • Het jaar van de eerste druk (zoek dit op internet als het niet in je boek staat)
  • Het jaar van de gelezen druk (staat voorin het boek)
  • Naam en plaats van de uitgever
  • Aantal bladzijden van het boek

Slide 7 - Tekstslide

De inleiding
Vertel in de inleiding de motivatie van je keuze voor dit boek: vertel waarom je voor dit boek hebt gekozen? 

Schrijf een korte inleiding van minimaal 5 regels en maximaal 15 regels.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: de inhoud (1)
Dit is het belangrijkste hoofdstuk van het verslag. Je kunt hier ook de meeste punten voor behalen.  Besteed hier dan ook de meeste tijd aan! Leg uit waarom je iets vind door voorbeelden te noemen.
Totaal is dit onderdeel minimaal 4 pagina's. Zorg dus dat je het goed uitwerkt! Kijk goed in de handleiding hoe je de verschillende onderdelen moet uitwerken.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: de inhoud (2)
Hoofdpersoon
Bijpersonen
Probleem van de hoofdpersoon
Tijd en paats in het verhaal
Titelverklaring
Werkelijkheid
Onderwerp 
Samenvatting

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Mening
In dit hoofdstuk beschrijf je wat je van dit boek vindt. 

Net als bij de boekendoos gebruik je hiervoor beoordelingswoorden en argumenten

Voorbeelden hiervan staan in de handleiding. 
Gebruik er minimaal 3

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: Over de schrijver
In dit hoofdstuk ga je op zoek naar meer informatie (internet) over de schrijver. Vind het antwoord op onderstaande vragen:
− Waar is de auteur geboren?
− Is de auteur getrouwd en heeft hij of zij kinderen?
− Welke boeken heeft de auteur nog meer geschreven?
− Heeft de auteur ooit prijzen gewonnen voor zijn of haar boeken?

Slide 12 - Tekstslide

Verslag
Dit alles zet je in een verslag, bijvoorbeeld in Word. 
- Gebruik een lettertype dat niet groter is dan 12 (uitgezonderd de titel en kopjes.
- Elk hoofdstuk begint op een nieuwe pagina

Veel succes!

Slide 13 - Tekstslide

Voor welk hoofdstuk kun je de meeste punten behalen?
A
De inleiding
B
De mening
C
De samenvatting
D
De inhoud

Slide 14 - Quizvraag

Ik moet een foto van het boek op de voorkant van het verslag zetten
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

In welk hoofdstuk vertel ik wat ik van het boek vind?
A
De inleiding
B
De inhoud
C
De mening
D
De inhoudsopgave

Slide 16 - Quizvraag

Ik mag een samenvatting van internet gebruiken
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Ik geef voorbeelden van alles wat ik in het verslag zeg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Ik vond deze uitleg nuttig
A
Ja
B
Nee
C
Ik miste nog wat

Slide 19 - Quizvraag